Catharina van Palts-Simmern (1455-1522)

Catharina (Simmern, 1455Trier, 28 december 1522), uit het huis Palts-Simmern, was van 1504 tot 1520 abdis van het Clarissenklooster Sint-Maria Magdalena in Trier.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Catharina werd geboren in Simmern als oudste kind van paltsgraaf Frederik I van Simmern en Margaretha van Gelre. Haar vader was zeer vroom en toegewijd aan de kloosterhervormingen in de geest van de Moderne Devotie. Als jong meisje trad Catharina op haar zesde in bij het Clarissenklooster Sint-Maria Magdalena in Trier. Het Clarissenklooster stond bekend als een van de strengste en stichtelijkste vrouwenkloosters in het aartsbisdom Trier. In 1470 trad ook Catharina's jongere zus Anna op jonge leeftijd toe tot het klooster.

Tijdens het abbatiaat van Geertruide van Roermond (1486–1503) had Trier te leidden onder een pestepidemie. Ook in het klooster overleden een aantal nonnen aan de ziekte. In 1504 werd Catharina haar zusters tot opvolgster van abdis Geertruide van Roermond verkozen. Als abdis verbeterde Catharina de financiële positie van haar klooster met de aankoop van landgoederen en wijngaarden in de buurt van het plaatsje Wiltingen. Toen het klooster in 1517 werd getroffen door een uitbraak van dysenterie zette Catharina zich persoonlijk in bij de verzorging van de zieken. In 1520 trad Catharina vanwege haar hoge leeftijd terug als abdis. Twee jaar later overleed ze als gewone zuster. Ze werd in het klooster begraven, waar een stenen grafplaat in de kruisgang aan haar herinnert.