Edmond Halley

Borstbeeld van Edmond Halley in het Royal Greenwich Observatory

Edmond Halley (Haggerston, Londen, 8 november 1656 - Greenwich, 14 januari 1742) was een Brits astronoom, hoogleraar aan de Universiteit van Oxford (1705) en directeur van de sterrenwacht van Greenwich (1720).

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

Halley werd geboren in Haggerston, Oost-Londen. Zijn vader, Edmond Halley Sr., kwam uit een Derbyshire familie en was een rijke zeepmaker in Londen. Als kind had Halley veel interesse in wiskunde. Hij studeerde aan de St Paul's School en vanaf 1673 aan The Queen's College, Universiteit van Oxford. Hoewel hij geen aan het onderwerp verwante studie volgde, publiceerde Halley onder andere stukken over het sterrenstelsel.

In het kort[bewerken | brontekst bewerken]

Halley bepaalde de positie van 340 sterren aan de zuidelijke hemel, resulterende in de catalogus stellarum Australium. Hij ontdekte dat de in 1531, 1607 en 1682 geobserveerde kometen één en dezelfde waren, en dat deze dus elke 76 jaar terugkeert. Deze komeet is nu bekend als de komeet van Halley. Ook ontdekte Halley de eigenbeweging van sterren. Hij financierde tevens de eerste druk van de Principia van Isaac Newton. In 1721 legde hij de tweede versie van de meridiaan van Greenwich vast, op basis van zijn waarnemingen aan het Koninklijk Observatorium.

Halley suggereerde het gebruik van de venusovergangen van 1761 en 1769 om de astronomische eenheid te bepalen met behulp van parallax. Na zijn dood vonden dan ook expedities plaats om de venusovergang op verschillende plaatsen waar te nemen.

Edmond Halley gebruikte zijn wiskundige kennis niet alleen voor de sterrenkunde, maar ook voor de actuariële wetenschap. In 1693 publiceerde hij een artikel over levensverzekeringswiskunde waarmee hij de actuariële wetenschap sterk beïnvloedde. Hij was een van de eerste actuarissen.

De holle Aarde[bewerken | brontekst bewerken]

Edmond Halley kwam in 1692[1] met een hypothese dat de aarde bestond uit een holle schil van ongeveer 800 kilometer dik, twee interne schillen ter grootte van de planeten Venus en Mars, en een bolvormige kern ter grootte van de planeet Mercurius. Deze schillen zouden van elkaar zijn gescheiden door een eigen atmosfeer per schil, en elke schil zou zijn eigen magnetische polen hebben. Halley gebruikte deze hypothese als verklaring voor vreemde kompaslezing. Zijn theorie hield ook in dat het poollicht zou ontstaan door gas dat vanuit een van de lager gelegen schillen naar de oppervlakte ontsnapte.[2]

Persoonlijk leven[bewerken | brontekst bewerken]

Halley trouwde Mary Tooke in 1682 en woonde in Islington. Ze hadden samen drie kinderen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Catalogus stellarum Australium (1679)
  • A synopsis of the astronomy of comets (1705)
  • Astronomical tables (1752)