Elisabeth van Zweden

Elisabeth van Zweden.

Elisabeth van Zweden (Kungsör, 4 april 1549 - Stockholm, 12 november 1597) was van 1581 tot 1592 hertogin-gemalin van Mecklenburg-Gadebusch. Ze behoorde tot het huis Wasa.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Elisabeth was een dochter van koning Gustaaf I van Zweden uit diens tweede huwelijk met Margaretha Leijonhufvud. Ze had een eigen hof en was verantwoordelijk voor de opvoeding van de onwettige kinderen van haar broers Erik XIV en Johan III.

In 1562 werd ze verloofd met Christoffel (1537-1592), de derde zoon van hertog Albrecht VII van Mecklenburg-Güstrow. Kort daarna werd haar verloofde tijdens een conflict met Polen voor lange tijd gevangengenomen, waardoor het huwelijk uiteindelijk niet plaatsvond. Haar pro-katholieke broer Johan III onderhandelde vervolgens in 1574 met Catharina de' Medici over een huwelijk van Elisabeth met koning Hendrik III van Frankrijk. De huwelijksplannen waren al redelijk ver gevorderd toen Hendrik plots aankondigde te willen huwen met Louise van Lotharingen. In 1576 probeerde Johan III haar uit te huwelijken aan een Italiaanse vorst, in een poging om betere contacten met de paus te verkrijgen, maar de lutherse Elisabeth weigerde om religieuze redenen met een katholiek te huwen.

Uiteindelijk huwde ze op 7 mei 1581 in Stockholm alsnog met haar vroegere verloofde Christoffel van Mecklenburg, waardoor Elisabeth hertogin van Mecklenburg-Gadebusch werd. In deze functie bevorderde ze het lutheranisme, stichtte ze een protestantse bibliotheek en correspondeerde ze met de lutherse theoloog David Chytraeus. Ook trad ze op als bemiddelaar bij conflicten tussen haar broers en zussen. Het huwelijk met Christoffel werd als gelukkig omschreven en ze kregen een dochter Margaretha Elisabeth (1584-1616), die in 1608 huwde met haar neef Johan Albrecht II van Mecklenburg-Schwerin.

Na de dood van haar echtgenoot in 1592 keerde Elisabeth in 1593 met haar dochter terug naar Zweden. In 1594 kreeg ze van haar broer Karel Norrköping toegewezen als haar residentie en inkomen. In november 1597 overleed ze onverwacht op 48-jarige leeftijd. Elisabeth wilde bijgezet worden naast haar echtgenoot in de Dom van Schwerin, maar werd uiteindelijk bijgezet in de crypte van haar familie in de Kathedraal van Uppsala.