Frans Badens II

Frans Badens II
	Ets portert van Frans Badens II door Robert Willemsz. de Baudous
Persoonsgegevens
Bijnaam	François, Francesco, Franciscus
Geboren	Antwerpen, 1571
Overleden	Amsterdam, 1618
Nationaliteit	Zuid-Nederlands
Oriënterende gegevens
Leerling(en)	Adriaen van Nieulandt; Gerbrand Adriaensz. Bredero; Jeremias van Winghe
	RKD-profiel
Portaal	Kunst & Cultuur

Frans Badens II ook wel Franciscus Badensis (Antwerpen, 1571 – Amsterdam, 1618) was een Zuid-Nederlands kunstschilder van onder andere stillevens, historische schilderijen en genrevoorstellingen.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Badens was een zoon van de schilder Frans Badens I (c. 1549-1604) en Maijken Munnicx (? - c. 1622) en geboren in Antwerpen.^[1] Op jonge leeftijd verhuisde Badens in 1585 naar Amsterdam. Daar zou hij uitgroeien tot een succesvolle en veelgevraagde kunstschilder.^[2] Badens is een van de kunstschilders die door Karel van Mander wordt beschreven in zijn schilder-boeck uit 1604.^[3] Het portret van Badens II is opgenomen in Hendrick Hondius uitgave van het Pictorum aliquot celebrium praecipuae Germaniae Inferioris effigies uit 1610. Een hedendaagse portretgalerij van kunstenaars uit de Nederlanden. De ets van het portret werd verzorgd door Robert Willemsz. de Baudous en gesigneerd door Hondius. In het latijnse onderschrift wordt Badens beschreven als een schilder die als geen ander in staat is om kleuring aan te brengen in een schilderij.^[4]

In 1593 maakte Badens een reis naar Italië, samen met reisgenoot en kunstschilder Jacob Matham, en verbleef hij daar enkele jaren. Eerst in Venetië (1593-1594) en daarna in Rome (1595-1597). In 1598 keert hij terug naar Amsterdam en koopt hij een huis in de Kalverstraat.^[5] Na zijn terugkeer introduceerde hij het italianiserende schilderen in Amsterdam. Met name de kunst van het schilderen van naakte lichaam leidde tot een nieuwe bron van sensualiteit.^[2]

Badens staat bekend als de leermeester van Adriaen van Nieulandt, Jeremias van Winghe en de dichter/ schilder Gerbrand Adriaensz. Bredero.^[1]