French
DeutschGaston Burssens
| Gaston Burssens | ||||
|---|---|---|---|---|
| Algemene informatie | ||||
| Volledige naam | Gaston Karel Mathilde Burssens | |||
| Geboren | 18 februari 1896 | |||
| Geboorteplaats | Dendermonde | |||
| Overleden | 29 januari 1965 | |||
| Overlijdensplaats | Antwerpen | |||
| Land | .svg){kind=small} België | |||
| Dbnl-profiel | ||||
| ||||
Gaston Karel Mathilde Burssens (Dendermonde, 18 februari 1896 – Antwerpen, 29 januari 1965) was een Belgisch expressionistisch dichter.
Hij was lid van het activisme en studeerde aan de door de Duitsers vernederlandste Gentse universiteit.
Biografie[bewerken | brontekst bewerken]
Burssens liep school aan het atheneum van Mechelen. Daar kreeg hij les van Maurits Sabbe, die Vlaamsgezind was, maar wel een passivist tijdens de Eerste Wereldoorlog. Burssens koos voor het activisme en schreef zich voor het academiejaar 1916-17 in voor de opleiding Germaanse filologie aan de Gentse universiteit.[1] Net als bij Paul van Ostaijen evolueerde Burssens' werk in de jaren twintig van humanitair expressionisme tot een meer organisch expressionisme. Muzikaliteit stond vanaf toen centraal in zijn poëtica. Burssens gaf Van Ostaijens onuitgegeven gedichten uit na diens dood.
Burssens kreeg tweemaal de Driejaarlijkse Prijs voor Poëzie (1950-52 en 1956-58). Hij is begraven op het Schoonselhof.
Postuum[bewerken | brontekst bewerken]
In maart 2002 verscheen een geheel aan Burssens gewijd nummer van Boelvaar poef, het tijdschrift van het Louis Paul Boongenootschap, inclusief een editie van Burssens' briefwisseling met schrijver Louis Paul Boon.
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Poster van het toneelgezelschap "'t Klapteater" die het stuk "Debuut met plagiaat" van Gaston Burssens speelt in 1983.[2] - 1919: De Yadefluit
- 1920: Liederen uit de stad en uit de sel
- 1924: Piano
- 1926: Enzovoort
- 1930: Klemmen voor zangvogels
- 1933: Paul van Ostaijen zoals hij was en is
- 1935: French en andere cancan
- 1941: De eeuw van Pericles
- 1943: Elegie
- ——: Floris Jespers
- 1945: Fabula rasa
- 1946: 12 niggersongs
- 1952: Pegasos van Troja
- ——: Boy
- 1954: Ode
- 1956: Floris Jespers
- 1956: Debuut met Plagiaat
- ——: Paul van Ostaijen
- ——: Het neusje van de inktvis
- 1958: Adieu
- 1961: Posthume verzen
- 1981: Verzameld proza
- 2005: Alles is mogelijk in een gedicht. Verzamelde verzen 1914-1965
Externe links[bewerken | brontekst bewerken]
- Biografieën, werken en teksten bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl)
- de Ridder, Matthijs (promovendus Universiteit Antwerpen), Inleiding tot een proefschrift over de activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren (beschrijvende titel). Mededelingen van het Centrum voor Documentatie & Reëvaluatie (een herpublicerend blog over Franse en Nederlandse literatuur) (22 mei 2009). Gearchiveerd op 15 juni 2011. Geraadpleegd op 21 februari 2011.
Referenties[bewerken | brontekst bewerken]
- ↑ Geert Clerbout, Oorlog aan de Dijle, ISBN 978 94 6131 113 9, p. 225
- ↑ 't Klapteater speelt Debuut met plagiaat - Gaston Burssens : Arca-teater dinsdag 1 & 15 oktober 20 u. lib.ugent.be. Geraadpleegd op 31 augustus 2020.