Jan Buisman

Jan Buisman (Culemborg, 19 februari 1925) is een Nederlandse historisch geograaf. Hij groeide op in Borculo.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn opleiding aan de Christelijke Kweekschool te Den Haag was Buisman verscheidene jaren onderwijzer. Op latere leeftijd ging hij in Amsterdam aardrijkskunde en geschiedenis studeren en in 1968 haalde hij zijn doctoraalexamen historische geografie. Buisman stond 38 jaar voor de klas en schreef een twintigtal boeken.

Na zijn pensionering zette hij zich aan zijn grote werk: de omvangrijke publicatie Duizend jaar wind en water in de Lage landen, die uiteindelijk acht delen moet beslaan. Zeven delen zijn verschenen, het achtste was in 2021 in voorbereiding. In deze serie boeken behandelt Buisman van jaar tot jaar de weersomstandigheden in Nederland en België en verre omstreken vanaf 763. Uit de meest diverse bronnen weet hij weergegevens op te diepen. Buisman weet van vrijwel elk jaar sinds 763 te vertellen hoe de weersomstandigheden in dat jaar waren, soms tot op de dag nauwkeurig.

De boekenreeks verschijnt in samenwerking met het KNMI in De Bilt bij uitgeverij Van Wijnen.

In maart 2011 verscheen een soort 'tussendeel' in de reeks, dat de honderd hoogtepunten uit de weergeschiedenis van Nederland beschrijft: Extreem weer! Een canon van weergaloze winters & zinderende zomers, hagel & hozen, stormen & watersnoden.

Waardering[bewerken | brontekst bewerken]

Buisman kreeg voor zijn oeuvre in 1997 de Minnaertprijs van de Unie Nederland-Vlaanderen en in 2015 de Dr. J. van der Biltprijs van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. In 2011 ontving Buisman een koninklijke onderscheiding; hij werd ridder in de Orde van Oranje-Nassau.[1] In 2017 kreeg hij voor zijn verdiensten als weerhistoricus in het Koninklijk Paleis te Amsterdam de Zilveren Anjer uit handen van prinses Beatrix.[2]

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]