Kolonie Virginia

Colony of Virginia
Engelse kolonie
1607 – 1776 Virginia (staat) 
Carolina (provincie) 
Kaart
Algemene gegevens
Hoofdstad Jamestown (1607–1699)
Williamsburg (1699–1776)
Talen Engels
Religie(s) Anglicanisme
Munteenheid Virginiaanse pond
Regering
Regeringsvorm kolonie
Staatshoofd gouverneur namens koning van Engeland
Legislatuur House of Burgesses (1619–1776)

De Kolonie Virginia (ook wel bekend als de Virginia Kolonie) is een voormalige Engelse kolonie in het oosten van Noord-Amerika. De naam was ontleend aan de overleden Engelse koningin Elizabeth I, die ook wel bekendstond als 'The Virgin Queen'. De Virginia Company of London werd opgericht op 10 april 1606 met een charter van koning Jacobus I, die hoopte een handelspost te krijgen die zichzelf financieel kon bedruipen. Het was een vennootschap op aandelen. In 1607 werd Jamestown gesticht, de eerste stad van de kolonie. Het koninklijk charter werd aangepast in 1609 en 1612; in 1618 werd het great charter verleend. Maar intussen ging het steeds slechter door droogte in Virginia, aanvallen van de indianen, verdeeldheid bij en mismanagement door de bestuurders in Londen. In 1624 werd de company geliquideerd en werd Virginia een koninklijke kolonie.

Koninklijke kolonie[bewerken | brontekst bewerken]

De Engelse kolonisten arriveerden in een periode van grote droogte en schaarste aan levensmiddelen, die leidde tot conflicten met de oorspronkelijke bevolking, de indianen.[1] Toen de Engelse bevolking groeide en steeds meer de binnenlanden in trok, namen de conflicten toe. Dit leidde tot de eerste gevechten maar door een huwelijk tussen John Rolfe en de Powhatanprinses Pocahontas werd tijdelijk weer vrede gesticht. In 1622 vond een verrassingsaanval plaats van de Powhatan op Jamestown waarbij een kwart van zijn bevolking werd vermoord. Dit was de eerste van de Amerikaans-indiaanse oorlogen en ging de geschiedenis in als het Jamestown-bloedbad. In mei 1623 nodigden de Engelsen de inheemsen uit voor een vredesceremonie, waar die vergiftigde wijn te drinken kregen. Zo'n tweehonderd mannen stierven, waarna de Engelsen er nog eens vijftig ombrachten en scalpeerden.[2]

In 1667 vond de Rebellie van Bacon plaats waarbij een groep kleine boeren op eigen initiatief aanvallen uitvoerden op de Indianen om zo land in bezit te nemen. Het bracht ze in conflict met de gouverneur William Berkeley en uiteindelijk vielen ze de hoofdstad Jamestown aan en staken een groot deel van de stad in brand. Bacon stelde ook een verklaring op waarin hij de macht van de koning ontkende en om beide redenen werden vanuit Londen extra troepen gestuurd.