Micrometer (eenheid)

Grotere/kleinere eenheden
fac­tor naam sym­bool
10−15 femtometer
of fermi
fm
10−12 picometer pm
10−10 ångström Å
10−9 nanometer nm
10−6 micrometer
of micron
µm
10−3 millimeter mm
10−2 centimeter cm
10−1 decimeter dm
1 meter m
101 decameter dam
102 hectometer hm
103 kilometer km
106 megameter Mm
109 gigameter Gm
1012 terameter Tm

Een micrometer is een lengtemaat uit het SI-stelsel. De maat heeft het symbool μm. Een micrometer is gelijk aan 10−6 meter, oftewel 0,000 001 meter, een miljoenste deel van een meter, of een duizendste deel van een millimeter, oftewel 0,001 mm.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Oorspronkelijk was de benaming millimillimeter (mmm). De mmm werd in 1845 ingevoerd door de Nederlandse bioloog en geoloog Pieter Harting die een lengtemaat nodig had voor metingen aan zijn microscopische studieobjecten. De mmm werd later omgedoopt tot micron (symbool μ), vaak ook uitgesproken als mu.

De benamingen micron en mu zijn niet in overeenstemming met de principes van het metrische stelsel. Dat stelsel schrijft immers voor dat de eenheid van lengte de meter is, eventueel met een voorvoegsel zoals kilo of milli. Door de vorming van het SI-voorvoegsel micro, met symbool μ, werd de micron in het SI de micrometer, μm.

De benamingen mu en micron worden nog steeds gebruikt, maar zijn sinds 1967 geen toegelaten eenheid meer binnen het SI.

Grootte[bewerken | brontekst bewerken]

Een micrometer is ongeveer:

  • het kleinste detail dat onder een lichtmicroscoop kan worden waargenomen
  • de breedte van de putjes in een cd waar de informatie in is opgeslagen
  • de lengte van een rijtje van 5000 atomen
  • een honderdste deel van de dikte van een vel krantenpapier
  • een twaalfde deel van de dikte van aluminiumfolie