Partij van de Arbeid van België

Partij van de Arbeid van België
Parti du Travail de Belgique
(PVDA-PTB)
Partij van de Arbeid van België
Algemene gegevens
Partijvoorzitter Raoul Hedebouw
Ondervoorzitter David Pestieau
Politiek secretaris Peter Mertens
Actief in Vlag van België België
Hoofdkantoor Maurice Lemonnierlaan 171
1000 Brussel
Aantal leden 25.000 (2023)[1][2]
Kleuren Rood[3]
Donkerrood (in media)
Mandaten
Europees Parlement
1 / 21
Senaat
5 / 60
Kamer
12 / 150
Vlaams Parlement
4 / 124
Waals Parlement
10 / 75
Parlement van de Franse Gemeenschap
13 / 94
Brussels Parlement
11 / 89
Fractieleiders
Europees Parlement Marc Botenga
Senaat Antoine Hermant
Kamer Sofie Merckx
Vlaams Parlement Jos D'Haese
Waals Parlement Germain Mugemangango
Parlement van de Franse Gemeenschap Alice Bernard
Brussels Parlement Françoise De Smedt
Ideologie en geschiedenis
Richting Radicaal-links[4][5]
Ideologie Socialisme[6][7][8][9]
Communisme[6]
Marxisme[6][10]
Internationalisme[6]
Voormalige namen AMADA (1971–1979)
Verwante organisaties
Jongerenorganisatie Pioniers
RedFox
Comac
Vrouwenorganisatie Zelle
Europese fractie Linkse Fractie in het Europees Parlement - GUE/NGL[11]
Media
Ledenblad Solidair
Website www.pvda.be
Portaal  Portaalicoon   Politiek
België

De Partij van de Arbeid van België (PVDA), in het Frans Parti du Travail de Belgique (PTB), is een marxistische politieke partij in België. Het is de enige nationale, unitaire partij met federale verkozenen sinds 1985.[a] De PVDA wordt sinds 2021 voorgezeten door Raoul Hedebouw en telt 25.000 leden.[1][2]

De Partij van de Arbeid werd opgericht in 1979 als voortzetting van de maoïstische[12] beweging AMADA en bleef lange tijd een kleine partij. In 2008 trad Peter Mertens aan als voorzitter, vernieuwde de partij en nam ze verder afstand van het dogmatisme.[13] Na deze vernieuwingsbeweging brak de partij stapsgewijs door in verkiezingen op alle niveaus.[14] In 2014 won ze haar eerste zetels in gewestelijke en federale parlementen. Sinds 2019 is ze vertegenwoordigd in het Europees Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Waals Parlement, het Parlement van de Franse Gemeenschap, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, het Vlaams Parlement, drie provincieraden, 35 gemeenteraden en acht Antwerpse districtsraden. In het Antwerpse district Borgerhout en de Oost-Vlaamse gemeente Zelzate bestuurt de partij mee. Het ledental vertienvoudigde bijna op 15 jaar tijd.

Volgens de statuten is de PVDA een "eigentijdse communistische partij" en streeft ze naar een "socialisme 2.0".[6] De PVDA is de meest linkse partij met nationale vertegenwoordiging in België.[15] Terwijl mainstream media haar soms omschrijven als extreemlinks, omschrijven academici de partij als radicaal-links.[4][5][16] Speerpunten uit het partijprogramma zijn onder andere een minimumpensioen van 1750 euro netto,[17] extra middelen voor de zorgsector, een vermogensbelasting voor de allerrijksten en een sociaal klimaatbeleid. De PVDA verzet zich tegen een splitsing van België en hecht veel belang aan de rol van vakbonden.[18]

Het ledenblad van de PVDA heet Solidair. Sinds 1971 organiseert de partij Geneeskunde voor het Volk (GVHV), een netwerk van 11 dokterspraktijken. Sinds 2010 organiseren Solidair en GVHV het jaarlijks festival ManiFiesta.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Alle Macht Aan De Arbeiders (AMADA) voor de geschiedenis van 1971 tot 1979.

1979–1999[bewerken | brontekst bewerken]

De dood van Mao Zedong in 1976 en de economische politiek in China onder leiding van Deng Xiaoping dompelde links in het algemeen en het communisme in het bijzonder in een existentiële crisis. De leiding van AMADA stichtte op 4 november 1979 de Partij van de Arbeid, een klassiek ogende communistische partij. Op het stichtingscongres in het Rogiercentrum in Brussel waren 4000 aanwezigen. Er werden nieuwe statuten aangenomen waarin het marxisme-leninisme, het denken van Mao Zedong en leninistische organisatieprincipes zoals democratisch centralisme centraal stonden. De partij wilde komaf maken met dogmatisme en sektarisme en wilde het open debat bevorderen. De interne structuur werd opener en de partij ging sterk inzetten op vakbondswerk. De partijleiding besloot een partijblad te maken, Konkreet/Concret, dat in 1982 Solidair/Solidaire zou worden. Het partijprogramma van de PVDA bevatte een luik over het socialisme en een luik met een minimumprogramma voor sociale vooruitgang, democratie en vrede. De partij pleitte onder andere voor de nationalisering van de economische sleutelsectoren.[19][20]

Op een tweede congres in 1983 wilde de leiding de partij behoeden voor het lot dat andere communistische partijen op dat ogenblik ondergingen: neergang en ideologische afzwakking. Ze bevestigde opnieuw haar uitgangspunten en consolideerde de kern van de organisatie, maar maakte zo weer een einde aan de open cultuur.[19] In de internationale politiek hield ze vast aan de maoïstische driewereldentheorie, die stelde dat de sociaal-imperialistische Sovjet-Unie een even gevaarlijke grootmacht was als de Verenigde Staten, een analyse die de partij later als fout en sektarisch bestempelde.[21] In 1984 kocht de partij met de financiële steun van leden en sympathisanten haar hoofdkwartier aan de Maurice Lemonnierlaan in Brussel.[22]

Kris Merckx, een van de grondleggers van de PVDA en van Geneeskunde voor het Volk, verkoopt Solidair-krantjes tijdens een betoging in 1985.

In de jaren 80 nam PVDA deel aan de vredesbeweging en kantte ze zich tegen de wapenwedloop en de plaatsing van raketten. De partij zette zich ook in tegen de sluitingsplannen voor de Limburgse steenkoolmijnen.[19] PVDA-militanten waren actief in de strijdbastions van de Cockerill Yards in Hoboken, de Boelwerf in Temse, de Waalse staalindustrie en de Limburgse mijnen. Dankzij haar verzet tegen het besparingsplan van de regering-Martens VI werd de PVDA bekend onder de slogan 'Doe de rijken de crisis betalen'.[23] Op een derde congres in 1988 maakte de partij de balans op van de strijdbewegingen van het voorgaande decennium. Er werd een pleidooi gehouden voor strijdsyndicalisme in het kader van respect voor en eenheid met de vakbonden. Ook de internationalisering van de economie, de opkomst van de nieuwe technologieën en de nieuwe samenstelling van de arbeidersklasse kwamen aan bod.[24]

De partij wilde zich tegen midden jaren 80 profileren als de belangrijkste radicaal-linkse partij van het land.[19] Ze nam deel aan verkiezingen, maar zonder veel succes. Enkel bij lokale verkiezingen in plaatsen als Antwerpen, Herstal, Zelzate en Genk haalde ze zetels. In 1985 verdwenen de laatste KP'ers uit het parlement en de PVDA raakte niet voorbij 0,7% nationaal en 2,8% in het arrondissement Antwerpen.[24]

Eind jaren 80 begon de houding over de socialistische regimes in het buitenland te veranderen. De PVDA ging genuanceerder kijken naar de Sovjet-Unie en het Oostblok. Het aantreden van Gorbatsjov leek kansen te bieden voor de Sovjet-Unie, terwijl de PVDA China zag afwijken van het socialisme. De opstanden in Oost-Europa zag de partij als contrarevoluties, ook al had ze kritiek op de Oostblokregimes, die men revisionisme verweet. Daarmee maakte de partij een heel andere analyse dan de Kommunistische Partij van België en de trotskisten (benaming voor zich communistisch noemende partijtjes die zich beriepen op het trotskisme en vrij kritisch stonden jegens de "stalinistische" communisten van de PVDA), die de opstanden beiden toejuichten.[25] Deze gebeurtenissen, alsook de goedkeuring van het neerslaan van het Tiananmenprotest en de verdediging van het regime van Ceaușescu, zorgden voor een crisis binnen de partij, waardoor verschillende kaders de partij verlieten.[25]

In de jaren 1990 onderhielden Ludo Martens en enkele andere partijleden nog banden met onder meer Noord-Korea.[26] In 1994 bezocht Martens als laatste buitenlandse gast de toenmalige grote leider van Noord-Korea, Kim Il-sung, die datzelfde jaar overleed.[27]

Aan deze houding kwam langzaam verandering in de loop van de jaren 90. Toenmalig partijvoorzitter Ludo Martens verbleef sinds 1997 voornamelijk in Congo en de partijleiding werd waargenomen door algemeen secretaris Nadine Rosa-Rosso.

Jaren 2000[bewerken | brontekst bewerken]

Een PVDA-poster in Brussel in 2008, met de boodschap: Eerst de mensen, niet de winst.

Tijdens de Belgische gemeente-, districts- en provincieraadsverkiezingen in 2000 won de PVDA twee zetels in Zelzate en twee in Herstal. In Hoboken, waar de partij ooit haar eerste gemeenteraadszetels veroverde, ging huisarts Mie Branders in de districtsraad zetelen.

In 2003 telde de partij 800 leden in een 80-tal afdelingen.[28] Bij de federale verkiezingen van dat jaar vormde de PVDA het kartel Resist met de Arabisch-Europese Liga (AEL) van Dyab Abou Jahjah en enkele onafhankelijken.[29] Zowel voor Kamer als Senaat haalde het kartel uiteindelijk minder stemmen dan de PVDA vier jaar eerder bij de federale verkiezingen van 1999.

De nederlaag in 2003 luidde een crisis in binnen de partij, waarbij onder andere algemeen secretaris Nadine Rosa-Rossa bekritiseerd werd. Later zei Peter Mertens over de periode: "Toen zijn we echt met onze kop tegen de muur gelopen en beseften we dat het zo niet verder kon. Het was vernieuwen of afsterven."[30] In 2004 werd Mertens verkozen tot het dagelijks bestuur en begon de partij met een vernieuwingsoperatie.[31] Als deel van de vernieuwing ging PVDA oplossingen uitwerken voor concrete, soms kleine problemen die leven onder de bevolking, in plaats van meteen grote oplossingen voor te stellen. "[Er is] lange tijd een afkeer geweest van eenvoudige taal en concrete oplossingen", liet Mertens optekenen.[32]

Tijdens de Europese en Vlaamse verkiezingen van 2004 haalde de PVDA opnieuw gemiddeld zo'n 1% van de stemmen, met enkele lokale uitschieters. De nummer één op de Europese lijst van de PVDA+, zo genoemd omdat ook niet-leden van de PVDA op de lijst stonden, was Kris Merckx. Andere bekenden op de lijst waren acteur Dirk Tuypens en mediafiguur Jonas Geirnaert.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 groeide de PVDA in Zelzate tot 21,67% (+8,9%). De partij veroverde daarmee 6 van de 23 zetels. Ook in de stad Antwerpen ging de PVDA vooruit. In de districtsraad van Hoboken won de partij één extra zetel (8,27% van de stemmen), waardoor ze op de wip zat voor een brede coalitie die het Vlaams Belang uit het districtsbestuur kon houden. Ook in het district Deurne haalde de PVDA met 4,43% een zetel. In de Limburgse gemeente Lommel haalde Staf Hendrickx, arts bij Geneeskunde voor het Volk, zijn zetel op een eenheidslijst. In Genk keerde de partij na enkele legislaturen terug in de gemeenteraad. Over heel het land behaalde de PVDA/PTB 16 zetels: een verdrievoudiging van het resultaat uit 2000.

Bij de federale verkiezingen van 2007, voor de federale Kamer en Senaat, haalde de PVDA in Vlaanderen voor de Kamer 0,9% en voor de Senaat 0,8%. Vooraf werd een samenwerking met het radicaal-linkse Comité voor een Andere Politiek (CAP) onderzocht, maar de PVDA haakte af toen bleek dat Jef Sleeckx niet zou opkopmen.[33]

In 2007 begon het Vernieuwingscongres van de PVDA, waaraan 460 afgevaardigden deelnamen. Op de slotdag, op 2 maart 2008, werd Peter Mertens verkozen als opvolger van partijvoorzitter Ludo Martens, die met gezondheidsproblemen kampte.[34] Na afloop van het congres zwoer de partij het stalinisme en maoïsme definitief af, nam ze afstand van autoritaire regimes, en verklaarde Mertens dat de partij het "belerende vingertje" en de "grote theorieën" achterwege zou laten.[31][35] Over de nieuwe visie op de richting die de partij moest uitgaan schreef Mertens in 2009 het boek Op mensenmaat. Volgens Mertens zou de partij voortaan vertrekken vanuit de concrete problemen van de mensen, waarbij het werk van Dirk Van Duppen rond het kiwimodel als voorbeeld moest dienen.[36] In Op mensenmaat lanceerde Mertens ook voor het eerst het voorstel van een miljonairstaks, een voorstel om belastingen te heffen op het vermogen van de 2% allerrijksten in België. Marx en diens kritiek op het kapitalisme bleven wel de inspiratiebron voor de partij.[36] Volgens het Britse socialistische blad Tribune speelden "de reorganisatie van de partij en het vernieuwingsproces van het congres van 2008" een "cruciale rol" die toelaat om zich op te werpen als "een geloofwaardig alternatief, met zowel een sociaal als een ecologisch discours, maar ook praktische oplossingen voor de economische problemen veroorzaakt door de financiële crisis."[37] Tussen 2003 en 2008 steeg het ledenaantal van de partij van 800 naar 2800 en telde ze 120 actieve groepen.[28]

In 2009 riep de Antwerpse afdeling van de KP op om voor Peter Mertens te stemmen met het argument de linkse progressieve stemmen niet te verdelen. Dit betekende een breuk met het verleden, waarin beide partijen een verkrampte houding ten overstaan van elkaar hadden.[38] Dat jaar behaalde de PVDA zowel bij de Vlaamse regionale verkiezingen als bij de Europese verkiezingen (in het Nederlands kiescollege) 1% van de stemmen. Daarbij werden de hoogste scores opgetekend in de steden Genk (3%), Antwerpen (2,5%) en Gent (1,8%). In het Oost-Vlaamse kanton Assenede, waar de gemeente Zelzate deel van uitmaakt, haalde de partij 6,7%. De PVDA slaagde erin om het aantal stemmen met 40% te vermeerderen in vergelijking met de regionale verkiezingen van 2004. In het Franstalige landsgedeelte waren er hoge scores in de kantons Herstal (7,8%), Seraing (4,2%), La Louvière (3,9%) en Luik (2,6%).

Ook bij de federale verkiezingen van 2010 boekte de PVDA een kleine winst en groeide in Vlaanderen naar 1,3% (+0,4) van de stemmen voor de Kamer en naar 1,4% (+0,5) voor de Senaat. Vooral in de grote steden werd vooruitgang geboekt met onder meer hoge scores in het kanton Antwerpen (4,1%) en Luik (4,2%). De hoogste scores werden behaald in de kantons Herstal (9,8%), Assenede (7,5%) en Seraing (7,3%), plaatsen waar de PVDA traditioneel sterk staat.

Om een breder publiek aan te spreken, organiseert de PVDA sinds 2010 via het partijblad Solidair samen met Geneeskunde voor het Volk het jaarlijks festival ManiFiesta.

Jaren 2010 en 2020[bewerken | brontekst bewerken]

Lokale verkiezingen 2012[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de gemeente-, districts- en provincieraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 kwam de PVDA op in 42 districten en gemeenten. Ten aanzien van de lokale verkiezingen van 2006 waren dit 15 lijsten meer. Ook kwam ze op in alle Belgische provincies. Voorzitter Mertens hoopte om de bestaande zetels te behouden en door te breken in drie grote steden: Antwerpen,[39] Luik[40] en Molenbeek.[41] Aan de vooravond van de verkiezingen speculeerden verschillende politici en opiniemakers dat het resultaat van PVDA de "grote verrassing" van de verkiezingen zou worden.[42] De partij slaagde in haar opzet: in Antwerpen behaalde de lijst vier zetels, in Luik twee zetels en in Molenbeek een zetel. Ook elders werd winst geboekt. De partij steeg van 15 verkozenen in 2006 naar 52 verkozenen in 2012 (31 gemeenteraadsleden, 4 provincieraadsleden en 17 districtsraadsleden).

Door een bestuursakkoord tussen het plaatselijk sp.a-Groen-kartel, een onafhankelijke en de PVDA in het district Borgerhout kreeg de PVDA haar eerste schepen ooit: daar werd Zohra Othman schepen van Jeugd, Diversiteit en Samenlevingsopbouw.[43] Op 27 februari 2013 werd Antwerps gemeenteraadslid Frank Hosteaux dan weer geschrapt uit de gemeenteraadsfractie van de PVDA. Hij zou uit de partij zijn gezet na een aanslepend conflict met de partijtop, die hem verweet dat hij te ver afweek van de partijlijn.[44] Hosteaux, die in januari 2011 de overstap maakte van de sp.a naar de PVDA,[45] zou tot het einde van zijn mandaat zetelen als onafhankelijk gemeenteraadslid.[44] Op 22 september 2014 nam Hosteaux evenwel ontslag uit de Antwerpse gemeenteraad. Dirk Van Duppen, opnieuw een dokter en tot dan OCMW-raadslid, nam zijn plaats in.[46]

Verkiezingen 2014[bewerken | brontekst bewerken]

In de aanloop naar de Europese, federale en regionale verkiezingen van 25 mei 2014 flirtte de partij in verschillende kieskringen met de kiesdrempel tijdens de peilingen. Tal van bekende Vlamingen en vakbondsmensen spraken hun steun uit voor de partij onder de slogan 'Ik versterk links!', waaronder Ben Rottiers, An Nelissen, Warre Borgmans, Rachida Lamrabet, Eric Baranyanka, Bülent Öztürk, Rachida Ahali, Robbe De Hert, Kris De Smet, Nigel Williams, Deborah Ostrega, Jan Blommaert, Dirk Tuypens en Mong Rosseel.[47][48][49] LSP,[50] SAP en Rood![51] dienden geen eigen lijsten in en steunden in meer of mindere mate de PVDA. Voor de Brusselse verkiezingen ging de partij een lijstverbinding aan met de Piratenpartij, BUB en Pro Bruxsel.[52] De partij werd niet opgenomen in de stemtests van onder andere de openbare oproep.[53]

In 2014 werd Raoul Hedebouw samen met Marco Van Hees verkozen tot de Kamer van volksvertegenwoordigers

In de federale verkiezingen klom de partij voor het eerst over de kiesdrempel in de kieskringen Luik en Henegouwen, waar respectievelijk Raoul Hedebouw en Marco Van Hees tot de Kamer werden verkozen. Bij de Waalse verkiezingen behaalde ze 5,76% in heel Wallonië en won ze twee verkozenen in Luik. In de kieskring Antwerpen bleef de partij onder de kiesdrempel, met 3,88% (Vlaams) en 4,52% (federaal). In het Brussels Hoofdstedelijk Parlement werden vier zetels binnengehaald. Over de provinciegrenzen heen kreeg de partij in Wallonië 117.882 (5,76%) stemmen in de Waalse verkiezingen, 106.114 (2,53%) in de Vlaamse verkiezingen en 15.777 (3,86%) in de Brusselse verkiezingen. Voor de federale verkiezingen stemden 251.276 (3,7%) Belgen voor de partij.

Medio juni 2014 diende de PVDA een verzoekschrift in bij de Raad van State tegen de berekeningswijze van de Senaat waardoor ze geen recht heeft op een deelstaatsenator. De partij meende – op basis van het principe van de evenredige vertegenwoordiging – recht te hebben op de 7de Senaatszetel aangezien ze in Wallonië en Brussel samen 133.659 stemmen (5,44%) behaalde, wat 40.000 stemmen meer is dan de 91.513 waarmee deze zetel werd toegewezen aan de MR. Tevens ging ze in beroep bij het Parlement van de Franse Gemeenschap om een van de 19 Brusselse zetels te krijgen waar de PVDA recht op meende te hebben.[54][55]

In 2015 organiseerde de partij onder de titel 'verbreden, verbinden, verdiepen' haar Solidariteitscongres, waarop de vernieuwingsbeweging werd voortgezet en het project voor een Socialisme 2.0 werd uitgewerkt. Mertens werd herverkozen als voorzitter. In 2015 telde de partij 8500 leden en 280 afdelingen.[28]

In mei 2016 diende de partij, samen met de consumentenorganisatie Test-Aankoop,[56] een verzoekschrift in bij Grondwettelijk Hof om de afschaffing van de Vlaamse Heffing Elektriciteitsafname, de zogenaamde Turteltaks, te eisen op basis van het principe non bis in idem (je kan hetzelfde object niet tweemaal belasten).[57] Op 22 juni 2017 werden de eisers in het gelijk gesteld: de Turteltaks was onwettig.[58]

Lokale verkiezingen 2018[bewerken | brontekst bewerken]

PVDA op Belgian Pride 2018

In 2016 stelde de partij zich tot doel om door te breken in de centrumsteden bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.[59][60] Volgens peilingen kon ze in alle landsgedeelten doorbreken.[61] In onder andere Antwerpen, Brussel, Charleroi, Genk, Gent, Luik en Zelzate organiseerde ze vooraf een bevraging onder de bevolking, die ze vervolgens gebruikte om het lokale kiesprogramma op te stellen.[62][63] De partij schoof onder andere armoede en betaalbaar wonen naar voren als verkiezingsthema's. Bij de verkiezingen van 14 oktober 2018 kwam PVDA op in 61 steden en gemeenten, alle 9 districten van Antwerpen en alle provincies.[64] In Wallonië koos ze ervoor om zich toe te leggen op 16 dichtbevolkte steden en gemeenten.[65]

PVDA won 18 verkozenen in Vlaanderen, 75 in Wallonië en 36 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze won 12 provincieraadsleden. In de districtsraden van Antwerpen haalde ze 17 zetels binnen. In verschillende gemeenten groeide het stemmenaantal sterk en werd de uitslag omschreven als een "succes" of "doorbraak".[66][67] De partij won haar eerste verkozenen in de Vlaamse gemeenten Gent, Hasselt, Leuven, Mechelen, Turnhout, Geel, Sint-Niklaas, Vilvoorde en Brasschaat.[65] In Antwerpen en Zelzate behield ze de zetelaantallen van 2012. In Charleroi, Luik en La Louvière behaalde ze meer dan 15% van de stemmen en in Namen, Doornik, Verviers en Hoei won ze haar eerste verkozenen.[65] Elders werd wel groei opgetekend, maar bleef het resultaat onder de kiesdrempel of onder de eigen verwachtingen.[59][68]

Na de verkiezingen kondigden PVDA, Groen en sp.a aan de bestaande coalitie in Borgerhout verder te zetten.[69][70] In Zelzate bereikten PVDA en sp.a in november een bestuursakkoord.[71] Daarmee staat de partij sinds januari 2019 voor het eerst mee aan het bestuur van een Vlaamse gemeente. Politieke tegenstanders reageerden dat daarmee het cordon sanitaire werd geschonden, hoewel het cordon in het leven werd geroepen tegen het Vlaams Blok.[72] Een belangrijke verwezenlijking van de Zelzaatse 'toekomstcoalitie' van PVDA en Vooruit (de nieuwe naam van sp.a) was de taxshift die ze in 2022 doorvoerde. Hierdoor betalen tientallen grote internationale bedrijven 487.000 euro extra oppervlaktebelasting per jaar. Met dat geld worden elders kosten voor gezinnen gedrukt en is ook de belasting voor kleine zelfstandigen licht gedaald.[73] Op een aantal andere plaatsen, zoals Charleroi, Luik, Molenbeek en Herstal, waren er vergeefse coalitiegesprekken met de PS of Ecolo.[71]

Verkiezingen 2019[bewerken | brontekst bewerken]

Tussen de lokale verkiezingen van 2018 en de regionale, federale en Europese verkiezingen van 26 mei 2019 peilde de partij gemiddeld 9 à 11% nationaal.[74] In de kiescampagne zette de partij sterk in op Facebookadvertenties.[75] PVDA trok naar de kiezer met een sociaal veranderingsprogramma: eerlijke belastingen, de strijd tegen armoede, een minimumpensioen van 1500 euro netto. De PVDA was ook een van de eerste die politieke steun gaf aan de klimaatacties van scholieren begin 2019. Ze maakte van de klimaatproblematiek een centraal thema in de kiescampagne en pleitte voor een sociale klimaatrevolutie, die ambitieus is en de kosten niet afwentelt op de werkende klasse.[76] Meer dan 100 bekende Vlamingen ondertekenden een stemoproep voor Peter Mertens.[77]

De verkiezingen van 2019 waren een historische[78] overwinning[79] voor de PVDA, die in grote delen van het land boven de kiesdrempel belandde. Nationaal, voor de Kamer, behaalde ze 8,62%, een stijging van 4,89 procentpunt ten opzichte van 2014. Daarmee won ze 3 verkozenen uit Vlaanderen (waaronder voorzitter Peter Mertens), 2 uit Brussel en 7 uit Wallonië. Het resultaat gaf de partij tevens recht op 5 zetels in de Senaat. Voor het Vlaams Parlement haalde ze 5,32% (4 zetels), voor het Waals Parlement 13,68% (10 zetels) en voor het Brussels Parlement 13,47% (11 zetels). Voor de Europese verkiezingen nam de partij deel aan zowel het Nederlands als het Frans kiescollege. In het Nederlands kiescollege bleef ze met 4,95% net onder de kiesdrempel, in het Frans kiescollege behaalde ze met 14,59% haar eerste verkozene in het Europees Parlement. Naar aanleiding van deze doorbraak beschreef het Amerikaanse linkse tijdschrift Jacobin de PVDA als "een van de meest dynamische krachten van Europees links."[80]

2019–2023[bewerken | brontekst bewerken]

Terwijl de onderhandelingen voor een nieuwe regering nog liepen, keurde het federaal parlement op 24 oktober 2019 een amendement van PVDA op de voorlopige kredieten goed dat via het Zorgper­soneelsfonds extra geld voor de zorgsector voorziet.[81] Het voorstel werd mee goedgekeurd door de oppositiepartijen waaronder het Vlaams Belang. Het amendement maakte 402 miljoen euro vrij per jaar voor extra aanwervingen, goed voor circa 4500 extra jobs in 2020, hoofdzakelijk nieuwe aanwervingen van verpleeg- en zorgkundigen maar ook verlengingen van contracten van beperkte duur. De partij pleitte daarop voor een jaarlijkse verhoging van het budget.[82] In 2023 bevestigde de minister van Volksgezondheid dat het Zorgpersoneelsfonds voor ruim 5000 voltijdse banen heeft gezorgd.[83]

Tijdens de ambtstermijn 2019–2024 werd PVDA aangehaald als de dominante oppositiepartij in het federaal parlement.[84] In het Vlaams Parlement werd fractieleider Jos D'Haese genoemd als een "nieuw talent" die een "opvallende entree" maakte.[85][86] D'Haese staat bekend om zijn scherpe aanvallen aan het adres van de regering-Jambon.[87]

Na de overstromingen in het Vesderdal en elders in Wallonië in juli 2021 gingen tientallen PVDA-groepen onder de noemer SolidariTeams ter plaatse om de bewoners te helpen en op te kuisen.[88][89] Tussen juli 2021 en juli 2022 gingen meer dan 3000 vrijwilligers helpen.[90] De partij vroeg de overheid om leegstaande panden open te stellen voor getroffenen, kloeg de door de regeringen-Michel gemaakte besparingen op de civiele bescherming aan,[91] en stelde een uitzonderlijke belasting voor op verzekeringsmaatschappijen zodat de volledige schade gedekt zou worden.[92]

De watersnoodcrisis verzwakte de Waalse regering-Di Rupo[93] en volgens commentatoren zette de PVDA de PS ertoe aan om zich linkser te profileren,[94] een observatie die onderzoekers eerder al hadden gemaakt.[95][96] Vanuit de vaststellingen dat de PVDA in 2016 de PS al dwong standpunt in te nemen tegen het vrijhandelsakkoord CETA, ze met haar campagnes rond de kostprijs van energie druk zette op centrumlinkse partijen in de regering-De Croo en ze in het Vlaams Parlement in 2021 wees op het niet-uitvoeren van een in 2019 goedgekeurde verlaging van de vergoedingen voor parlementsleden, noemde het liberale tijdschrift The Economist België de "de beste hoop voor [het marxisme] in de hele Europese Unie".[97]

Met een jaar uitstel organiseerde de partij in 2021 haar Eenheidscongres, waarop 883 afgevaardigden uit de basisgroepen de politieke lijnen voor de komende 5 jaar uittekenden onder de noemer ‘Partij van de werkende klasse. Partij van de jeugd. Partij van het socialisme’. De congresafgevaardigden kozen ook een nieuwe Nationale Raad en voorzitter.[98] Zittend voorzitter Peter Mertens stelde zich niet opnieuw kandidaat.[99] Raoul Hedebouw, woordvoerder en fractievoorzitter in de Kamer, diende zich als enige kandidaat aan[100] en werd tijdens de plenaire zitting op 5 december verkozen met 94,1% van de stemmen. Mertens werd aangesteld als algemeen secretaris.[101] In januari 2022 volgde Sofie Merckx Hedebouw op als fractieleider in de Kamer.[102]

Bij de inval van het Russische leger in Oekraïne op 24 februari 2022 oogstte de PVDA kritiek nadat ze zich in de Kamer, in het Vlaams Parlement en enkele dagen later ook in het Europees Parlement onthield bij resoluties die de agressie door Russisch president Vladimir Poetin veroordeelden, maar die zich volgens de partij inschreven in een logica van een verdere militaire escalatie van het conflict.[103][104] De partij veroordeelde de Russische invasie en stemde vóór de artikels van de resolutie die aan deze strenge veroordeling uiting gaven, alsook voor de artikels die opriepen tot een staakt-het-vuren en een terugtrekking van de troepen en die het belang van diplomatieke oplossingen onderlijnden. Ze stemde daarentegen tegen de sancties tegen de Russische economie en tegen de verzoeken voor hogere militaire uitgaven.[105] Ook stoorde de partij zich aan de rol van het Westen en de NAVO, die volgens de PVDA de escalatie van het conflict zouden aanwakkeren.[106] "We passen voor een nieuwe Koude Oorlogslogica, ook al krijgen we de wind van voren," verklaarde Mertens.

In 2023 was de PVDA actief in het verzet tegen een wetsvoorstel van minister van Justitie Van Quickenborne dat een gerechtelijk betogingsverbod bevatte voor "amokmakers"; wat de drie Belgische vakbonden en de PVDA zagen als een aanval op syndicale rechten en de vrije meningsuiting. Na een betoging op 7 juni en onder politieke druk van de PVDA vroeg de PS, die eerder had ingestemd met het voorstel dat voorlag, extra garanties.[107] Op 5 oktober betoogden vakbonden, ngo’s zoals Amnesty International, Greenpeace en de Liga voor Mensenrechten en de PVDA opnieuw tegen het wetsvoorstel, met zo'n 10.000 deelnemers.[108] PS-voorzitter Paul Magnette liet vervolgens weten niet meer voor het voorstel te zullen stemmen,[109] wat PVDA onthaalde als een overwinning.[110]

Verkiezingen 2024[bewerken | brontekst bewerken]

Eind augustus 2023 trapte de PVDA haar verkiezingscampagne voor 2024 af. Ze lanceerde in Willebroek een bevraging die ze aan 100.000 mensen wilde voorleggen;[111][112] waar de partij tegen februari 2024 in slaagde.[113] In de loop van 2023 werden er verschillende lijsttrekkers bekendgemaakt voor de Vlaamse, Brusselse, Waalse en federale verkiezingen, zoals kopstukken Peter Mertens, Jos D'Haese,[114] Françoise De Smedt,[115] Germain Mugemangango,[116] Sofie Merckx,[117] Gaby Colebunders en Kim De Witte[118] en nieuwe kandidaten, zoals arbeiders Robin Tonniau[119] en Kemal Bilmez.[120] Syndicalist en ex-sp.a'er Rudi Kennes werd naar voren geschoven als Europees lijsttrekker voor het Nederlands kiescollege,[121] naast terugkerend lijsttrekker Marc Botenga in het Frans kiescollege. Volgens Het Nieuwsblad kwam PVDA in Vlaanderen naar voren met de jongste lijsttrekkers van alle partijen en koos ze het meest radicaal voor vernieuwing, met 7 van de 13 lijsttrekkers die nog nooit in het parlement zetelden.[122] Volgens peilingen zou de partij groeien in alle landsdelen; in de Kamer zou ze zo 20 zetels kunnen behalen en de tweede grootste fractie worden.[123]

Ideologie[bewerken | brontekst bewerken]

De PVDA profileert zichzelf als een progressieve, linkse en antikapitalistische partij. Volgens een uitgebreid academisch onderzoek naar politieke partijen in West-Europa[124] zou de PVDA de meest linkse Belgische partij zijn. Zowel door academici als door de partij zelf wordt de PVDA omschreven als marxistisch; ze streeft naar een maatschappijbeeld dat ze "socialisme 2.0" noemt. De media duiden de partij doorgaans aan als radicaal- of extreemlinks.[4][125] Critici bestempelen haar geregeld als populistisch vanwege haar retoriek waarin te weinig plaats zou zijn voor nuance.

Programma[bewerken | brontekst bewerken]

PVDA protesteert tegen de stijgende levensduurte en pleit voor een miljonairstaks op een 1 mei-optocht in 2022

Voor de regionale en federale verkiezingen van 2019 bracht de PVDA een programma uit waarin ze een "sociaal veranderingsplan" naar voren schoof dat inzette op eerlijke belastingen, de strijd tegen armoede en hogere minimumpensioenen. PVDA pleitte daarin ook voor een plan voor een 'sociale klimaatrevolutie'.[126]

Voorname sociale programmapunten van de partij zijn de afschaffing van de loonnormwet om de loonblokkering op te heffen en vrije loonsonderhandelingen mogelijk te maken, een voltijdse 30-urenweek mogelijk maken, zonder geld naar de huisarts, afschaffen van ereloonsupplementen, invoeren van het kiwimodel voor betaalbare geneesmiddelen, de wettelijke pensioenleeftijd terugbrengen naar 65 jaar, een minimumpensioen van 1750 euro netto[17], en leefloon en uitkeringen optrekken tot boven de Europese armoedegrens.

Als deel van haar plan voor een sociale klimaatrevolutie pleit de partij onder andere voor één minister van klimaat, bindende normen voor de grote industrie, publieke investeringen in groene energie, een klimaatinvesteringsbank, het nationaliseren van de energiebedrijven en gratis openbaar vervoer. PVDA verzamelde meer dan 300.000 handtekeningen voor de verlaging van de btw op energie van 21% naar 6%. Tijdens de energiecrisis van 2021–2023 pleit de partij voor het blokkeren van de energieprijzen, het afromen van de overwinsten en het nationaliseren van de energiebedrijven. Ze wil woninghuur begrenzen en investeren in meer sociale woningen. De PVDA verzet zich tegen betalend parkeren, een kilometertaks en ecologische fiscaliteit, omdat deze maatregelen antisociaal zouden zijn. Voor de PVDA bestaat de oplossing niet in het minder aantrekkelijk maken van autogebruik, maar in de ontwikkeling van gratis openbaar vervoer.[127]

Op het vlak van fiscaliteit zijn voorname programmapunten een miljonairstaks, een vermogenskadaster, een beleid gericht tegen belastingsparadijzen, een Tobintaks en een progressieve hervorming van de personenbelasting in de plaats van bijkomende indirecte belastingen.

Een deel van het programma staat in het teken van het afschaffen van politieke privileges, met als speerpunten het halveren van alle dotaties en subsidies aan politieke partijen, net als het halveren van de lonen van ministers en parlementsleden. De partij schuift ook voorstellen naar voren rond het versterken van de democratie. Zo wil ze bindende burgerreferenda en stemrecht vanaf 16 jaar. De partij neemt het op voor vakbondsrechten en democratie op de werkvloer. Ze heeft een traditie van antifascistische strijd en verzet zich tegen racisme, seksisme en andere vormen van discriminatie. De PVDA is een unitaire partij die naar eenheid op Belgisch niveau streeft; daarvoor wil ze de sociale zekerheid volledig op het federale niveau houden.

Internationaal wil de partij meer Europese samenwerking, onder andere voor klimaatinvesteringen, openbare diensten en arbeidsrechten, en verwerpt ze de Europese begrotingsregels. Ze ijvert voor een duurzaam handelsbeleid dat multinationals niet langer de vrije hand geeft. Een belangrijke pijler van het programma is vredespolitiek: ze wil actief op vrede aansturen en geen steun geven aan aanval of bewapening, ze wil een kernwapenvrije wereld, ze wil dat België zich terugtrekt uit de NAVO en ze ijvert voor een einde aan de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden.

Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]

Lidmaatschap en lidgelden[bewerken | brontekst bewerken]

Lidkaart van de partij (2023)

De partij telt 25.000 leden (2023).[1] In 2003 telde de partij nog 800 leden, in de daaropvolgende jaren steeg dat aantal gestaag tot 10.000 in 2016 en 20.000 in 2020.

Vanwege een beveiligingsprobleem met de MediaWiki Graph-software is het momenteel niet mogelijk deze grafiek weer te geven. Zodra de software is bijgewerkt zal de grafiek vanzelf weer zichtbaar worden.

De Partij van de Arbeid hanteert verschillende niveaus van lidmaatschap. Er zijn raadgevende leden, groepsleden en militanten. Een raadgevend lid betaalt een jaarlijks lidgeld (20 euro in 2023) en kan deelnemen aan algemene ledenvergaderingen. Groepsleden betalen een maandelijks lidgeld (5 euro per maand in 2023) en nemen regelmatig deel aan de bijeenkomsten van een basisgroep. Militanten zijn leden die een groot engagement opnemen in de partijwerking. Ze volgen een opleidingscyclus en leven bepaalde financiële regels na. De lidgelden stijgen dus naarmate een lid meer verantwoordelijkheid opneemt in de partij, dit als een soort "firewall tegen arrivisten". PVDA-mandatarissen dragen daarnaast hun zitpenningen of een deel van hun wedde af; ze worden verwacht te blijven leven op het niveau dat ze voordien hadden.[3][128]

Financiën[bewerken | brontekst bewerken]

In 2021 ontving de partij 2,1 miljoen euro aan lidgelden en bijdragen van militanten, meer dan eender welke andere Belgische partij. Uit partijdotaties ontving ze 5,8 miljoen euro, meer dan DéFi, Groen en Les Engagés maar minder dan de andere nationaal vertegenwoordigde partijen. PVDA geeft 3,51 miljoen uit aan personeel en 2,4 miljoen aan communicatie.[129] De partij pleit ervoor om de partijdotaties en fractietoelagen op alle beleidsniveaus te halveren en te begrenzen tot een maximumbedrag.[130]

Organisatievormen en bestuursorganen[bewerken | brontekst bewerken]

Basisgroepen[bewerken | brontekst bewerken]

PVDA beschouwt haar basisgroepen als "de basiseenheid van de partij". Ze worden lokaal georganiseerd (in een wijk, gemeente of streek), in een bedrijf of rond een bepaalde thematiek. De partij heeft anno 2023 basisgroepen in alle provincies van België. Elke basisgroep heeft een verkozen voorzitter. Vanuit basisgroepen kunnen algemene ledenvergaderingen georganiseerd worden, waarop alle leden van een bepaald bedrijf of gebied worden uitgenodigd.[3]

Bestuur[bewerken | brontekst bewerken]

De interne werking van de PVDA verloopt volgens het principe van het democratisch centralisme.[6][131] Volgens de statuten wordt hieronder verstaan dat alle leidende organen en functies worden verkozen, dat er ruimte is voor interne discussie, dat na debat beslissingen democratisch worden genomen door consensus of een gewone meerderheid, dat de minderheid zich neerlegt bij de meerderheid, en dat beslissingen van hogere organen bindend zijn voor de hele organisatie.[6]

Het hoofdkantoor is gevestigd in de Maurice Lemonnierlaan 171 te Brussel.

Congressen[bewerken | brontekst bewerken]

Minstens een keer om de 5 jaar wordt een statutair congres georganiseerd. De laatste nationale congressen vonden plaats in 2008, 2015 en 2021. Daarop bepalen afgevaardigden van de basisgroepen en militantenkernen het partijprogramma en de partijstatuten. Ze kiezen de Nationale Raad en een voorzitter ervan, die tevens partijvoorzitter is. De Nationale Raad is belast met de leiding van de partij tussen de congressen. De raad kiest uit zijn leden een ondervoorzitter en nationaal secretaris. De raad verkiest ook het Partijbureau, dat de partij leidt tussen de zittingen van de Nationale Raad. Het Partijbureau wordt voorbereid door het Dagelijks Bestuur, dat eveneens gekozen wordt door de Nationale Raad.[3] Het jaar na een nationaal congres organiseren de provinciale afdelingen van de partij provinciale congressen.

Jaar Congres
1979 Stichtingscongres
1983 Tweede Congres
1988 Syndicaal Congres
1991 Vierde Congres
1995 Vijfde Congres
1998 Zesde Congres
2001 Zevende Congres
2008 Vernieuwingscongres[132]
2015 Solidariteitscongres[133]
2021 Eenheidscongres[134]

Voorzitters en algemeen secretarissen[bewerken | brontekst bewerken]

Peter Mertens was partijvoorzitter van 2008 tot 2021 en is algemeen secretaris sindsdien.

De huidige voorzitter is Raoul Hedebouw, die tijdens het Eenheidscongres in 2021 werd gekozen als opvolger van Peter Mertens. Mertens is sindsdien algemeen secretaris van de partij.

Voorzitter Periode Opmerkingen
Ludo Martens 4 november 1979 – 2 maart 2008
Peter Mertens 2 maart 2008 – 5 december 2021 Verkozen op 2 maart 2008
Herkozen op 13 juni 2015
Raoul Hedebouw 5 december 2021 – heden Verkozen op 5 december 2021
Algemeen secretaris Periode Opmerkingen
Nadine Rosa-Rosso 1999 – 2003
Boudewijn Deckers 2003 – 2008
Lydie Neufcourt 2008 – 2021
Peter Mertens 2022 – heden

Studiedienst[bewerken | brontekst bewerken]

Begin 21e eeuw zette de PVDA in op de uitbouw van een sterke studiedienst.[135][136] "De partij heeft zwaar geïnvesteerd in haar studiedienst en PVDA’ers als Tom De Meester (energie) en Marco Van Hees (fiscaliteit) krijgen in de media een gezaghebbende stem als expert", schreef Knack daarover.[137]

Communicatie en media[bewerken | brontekst bewerken]

PVDA-districtsraadslid van Deurne Manal Toumi interviewt Amerikaans Amazon-syndicalist Chris Smalls voor Fakto op ManiFiesta 2023.

Solidair is het ledenblad van de partij. Solidair verscheen wekelijks van 1975 tot 2014, vervolgens maandelijks tot 2017, tweemaandelijks tot 2023 en sindsdien driemaandelijks. Sinds 2014 publiceert Solidair ook online op solidair.org en solidaire.org. Michaël Verbauwhede is hoofdredacteur sinds 2018. In 2023 lanceerde PVDA Fakto, een digitaal marxistisch mediakanaal,[138] en later hetzelfde jaar ook een partij-app.[139][140]

In de Belgische media zijn de partij en haar vertegenwoordigers ondervertegenwoordigd. Volgens een onderzoek van Le Soir (2023) kwam voorzitter Raoul Hedebouw, in verhouding tot het electorale gewicht van de partij en de populariteit in peilingen, veel minder vaak aan bod in de dagelijkse pers dan de andere Franstalige partijvoorzitters.[141] Uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen in opdracht van de Vlaamse Regulator voor de Media in 2021, bleek dat 3,1% van de vermeldingen van partijen in het VRT-journaal over de PVDA ging, waarmee ze de minst vermelde partij was. In het VTM-nieuws betrof het 6,7%. De spreektijd voor vertegenwoordigers van de partij betrof slechts 0,4% op VRT en 0,7% op VTM. In duidingsprogramma's op VRT ging 5,3% van de vermeldingen over de PVDA en kreeg de partij 2,7% spreektijd.[142]

Nevenorganisaties[bewerken | brontekst bewerken]

Voor kinderen tot 16 jaar voorziet de PVDA de Pioniers, voor jongeren van 14 tot 18 jaar is er RedFox en voor studenten en jongeren tot 30 jaar is er Comac.[143] De vrouwenbeweging van de partij is actief onder de naam Zelle. Onder de noemer Mix is de partij ook actief in het lgbtq-activisme.

PVDA is initiatiefnemer van Geneeskunde voor het Volk, dat elf praktijken voor eerstelijnszorg organiseert in heel het land.

De partij is initiatiefnemer van Geneeskunde voor het Volk (GVHV), een organisatie die 11 praktijken voor eerstelijnszorg bundelt. De eerste dokterspraktijk opende in 1971 in Hoboken, de laatste toevoeging was de praktijk in La Louvière in 1999. De GVHV-praktijken zijn door het RIZIV erkende wijkgezondheidscentra die forfaitair gefinancierd worden per ingeschreven patiënt en waar de patiënt zelf niets hoeft te betalen. De krant L'Echo omschreef GVHV in 2016 als het "belangrijkste propagandamiddel" van PVDA.[144][145]

Sinds 2010 organiseren Solidair en Geneeskunde voor het Volk het jaarlijks festival ManiFiesta.

Solidair en Geneeskunde voor het Volk organiseren samen het jaarlijks festival aan zee ManiFiesta, geïnspireerd door festivals als Fête de l'Humanité in Frankrijk en Festa do Avante! in Portugal. De eerste editie vond plaats in 2010 in Bredene. In 2016 trok ManiFiesta 19.000 bezoekers. In 2021 verhuisde het festival naar Oostende. Het festival combineert liveoptredens met politieke debatten, lezingen, kinder- en jongerenactiviteiten, sport, cultuur, dans, een boekenmarkt en gastronomie.

Internationale banden[bewerken | brontekst bewerken]

De partij zetelt sinds 2019 in de Linkse Fractie in het Europees Parlement - GUE/NGL, waarvan ze daarvoor al drie jaar geassocieerd lid was.[146] PVDA is geen lid van de Europese partij Europees Links, maar onderhoudt goede relaties met verschillende socialistische partijen.[147]

Symbolen[bewerken | brontekst bewerken]

In 2015 werd het partijlogo vastgelegd als een "eigenzinnige ster met een pijl naar links".[3] Tijdens de verkiezingscampagne van 2018 werd er een variant in gebruik genomen met een sterretje in een hartje.[148] Op het partijcongres van 2021 werd een aangepast logo voorgesteld, dat nog steeds bestaat uit een hartje met daarin een ster met een lang beentje naar links; sinds 2021 wordt het precieze logo niet langer vastgelegd in de statuten. Rood is de kleur van de PVDA. Het partijlied is De Internationale, een historisch strijdlied uit de arbeidersbeweging.[6]

Verkiezingsresultaten[bewerken | brontekst bewerken]

Europese verkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Stemmen Percentage Zetels
1984 43.637 0,76%
0 / 24
1989 29.778 Gedaald 0,50%
0 / 24
0
1994 59.270 Gestegen 0,99%
0 / 25
0
1999 21.966 Gedaald 0,35%
0 / 25
0
2004 44.452 Gestegen 0,68%
0 / 24
0
2009 68.540 Gestegen 1,04%
0 / 22
0
2014 235.092 Gestegen 3,51%
0 / 21
0
2019 566.274 Gestegen 8,42%
1 / 21
Gestegen 1

Federale verkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Kamer Senaat
Jaar Stemmen Percentage Zetels Jaar Stemmen Percentage Zetels
1981 45.804 0,76%
0 / 150
1981 49.577 0,83%
0 / 184
1985 46.034 0,76%
0 / 150
0 1985 44.799 Gedaald 0,75%
0 / 184
0
1987 45.218 Gedaald 0,74%
0 / 150
0 1987 43.386 Gedaald 0,71%
0 / 184
0
1991 30.491 Gedaald 0,49%
0 / 150
0 1991 31.754 Gedaald 0,52%
0 / 184
0
1995 37.099 Gestegen 0,61%
0 / 150
0 1995 38.274 Gestegen 0,64%
0 / 73
0
1999 33.336 Gedaald 0,54%
0 / 150
0 1999 35.493 Gedaald 0,57%
0 / 74
0
2003 30.884 Gedaald 0,47%
0 / 150
0 2003 36.303 Gedaald 0,55%
0 / 74
0
2007 56.167 Gestegen 0,84%
0 / 150
0 2007 54.807 Gestegen 0,82%
0 / 74
0
2010 101.088 Gestegen 1,55%
0 / 150
0 2010 105.060 Gestegen 1,62%
0 / 74
0
2014 251.276 Gestegen 3,72%
2 / 150
Gestegen 2 2014 Rechtstreekse
verkiezing
afgeschaft
0 / 60
0
2019 584.621 Gestegen 8,62%
12 / 150
Gestegen 10 2019
5 / 60
Gestegen 5

Vlaamse verkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Stemmen Percentage Zetels
1995 21.785 0,58%
0 / 124
1999 24.162 Gestegen 0,61%
0 / 124
0
2004 22.874 Gedaald 0,56%
0 / 124
0
2009 42.849 Gestegen 1,04%
0 / 124
0
2014 106.114 Gestegen 2,53%
0 / 124
0
2019 225.593 Gestegen 5,32%
4 / 124
Gestegen 4

Waalse verkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Stemmen Percentage Zetels
1995 12.726 0,67%
0 / 75
1999 9.408 Gedaald 0,49%
0 / 75
0
2004 12.216 Gestegen 0,62%
0 / 75
0
2009 24.875 Gestegen 1,24%
0 / 75
0
2014 117.896 Gestegen 5,76%
2 / 75
Gestegen 2
2019 278.343 Gestegen 13,68%
10 / 75
Gestegen 8

Brusselse gewestverkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Stemmen Percentage Zetels
1995 2.052 0,50%
0 / 75
1999 1.760 Gedaald 0,41%
0 / 75
0
2004 2.221 Gestegen 0,60%
0 / 89
0
2009 4.038 Gestegen 0,90%
0 / 89
0
2014 15.782 Gestegen 3,86%
4 / 89
Gestegen 4
2019 52.297 Gestegen 13,47%
10 / 89
Gestegen 6

Provincieraadsverkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Stemmen Percentage Zetels
1981 42.180 0,70%
0 / 720
1985 47.021 Gestegen 0,78%
1 / 716
Gestegen 1
1991 35.164 Gedaald 0,56%
0 / 716
Gedaald 1
1994 Gestegen 0,91%
0 / 725
0
2000 40.555 Gedaald 0,69%
0 / 738
0
2006 47.515 Gestegen 0,78%
0 / 738
0
2012 138.969 Gestegen 2,56%
4 / 574
Gestegen 4
2018 334.050 Gestegen 5,38%
11 / 383
Gestegen 11

Politieke mandaten[bewerken | brontekst bewerken]

Marc Botenga werd in 2019 het eerste Europees Parlementslid voor de partij.
Kamerleden Gaby Colebunders, Nadia Moscufo en Raoul Hedebouw tijdens een betoging in 2021.
Jos D'Haese leidt sinds 2019 de eerste PVDA-fractie in het Vlaams Parlement.

Europees Parlement[bewerken | brontekst bewerken]

Kamer van volksvertegenwoordigers[bewerken | brontekst bewerken]

Senaat[bewerken | brontekst bewerken]

Vlaams Parlement[bewerken | brontekst bewerken]

Waals Parlement[bewerken | brontekst bewerken]

Brussels Hoofdstedelijk Parlement[bewerken | brontekst bewerken]

Parlement van de Franse Gemeenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Provincieraden[bewerken | brontekst bewerken]

Gemeente- en districtsraden[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds de Belgische lokale verkiezingen 2018 zetelen er PVDA-verkozenen in onderstaande gemeente- en districtsraden:

Bekende (ex-)leden[bewerken | brontekst bewerken]

Voor een volledig overzicht van biografieën zie de categorie PVDA-politicus.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Partij van de Arbeid van België van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.