Sint-Salvatorabdij (Antwerpen)

De Sint-Salvator- of Pieter Potabdij in het begin van de 17e eeuw
Benedictus Blommaert; Flores Aperverunt.
Monnik van de Sint-Salvatorabdij op het einde van de 18e eeuw

De Sint-Salvatorabdij, ook bekend als de Pieter Potabdij, was een abdij in Antwerpen waarvan de monniken behoorden tot de orde der cisterciënzers. De abdij werd opgericht op gronden die eigendom waren van Pieter Pot, een zakenman uit Dordrecht, die zich in het begin van de 15e eeuw in Antwerpen had gevestigd. De abdij werd opgeheven tijdens de Franse periode, in 1797 openbaar verkocht en omgevormd tot woonhuizen. Enkel de kapel is bewaard gebleven. De Grote en Kleine Pieter Potstraat zijn genoemd naar de financier/stichter van deze abdij.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Pieter Pot was een rijk zakenman, afkomstig uit Dordrecht, die zich in 1418 te Antwerpen had gevestigd. Op een deel van zijn erf bouwde hij van 1433 af een kapel, toegewijd aan Sint-Salvator, waarbij een aalmoezenhuis werd gevoegd. In 1445 werd het aalmoezenhuis opgedragen aan de cisterciënzer- of Bernardijnenorde om er een klooster te stichten dat het liefdadigheidswerk zou verderzetten. Zo ontstond de zogenaamd Sint-Salvators- of Pieter Potpriorij, die werd ingehuldigd in 1447, en twee jaar later al vergroot. Pieter Pot, die in 1450 overleed, werd samen met zijn vrouw in de kapel begraven. Hun graftombe werd tijdens de beeldenstorm vernield. In 1581 werden de kapel en het klooster in beslag genomen door het Calvinistisch bewind, leeggehaald en ingericht als stapelplaats voor het leger. Kort daarop werd een nieuwe straat getrokken door het erf van het klooster. Toen de kloosterlingen weer in het bezit kwamen van hun goed lieten zij de straat bestaan, die de Kleine Pieter Potstraat genoemd werd. De kapel werd in 1591 hersteld en heringericht. In 1652 werd het klooster tot abdij verheven. Tijdens de Franse periode werd het klooster openbaar verkocht en omgevormd tot woonhuizen. Alleen de kapel, bekend als de Pieter Potkapel, is bewaard gebleven, hoewel de toren in 1802 werd gesloopt.[1]

Bekende cisterciënzers uit de Sint-Salvatorabdij[bewerken | brontekst bewerken]

  • Gaspar Jongelincx (1605-1669). Hij trad hier in de orde der cisterciënzers circa 1624, en stierf er in 1669.

Priors en abten van de Sint-Salvatorabdij[bewerken | brontekst bewerken]

  • Petrus van Catwijck, prior (+ 1476)
  • Jacobus de Borsalia, prior (+ 1483)
  • Thomas Merchel, prior (+ 1501)
  • Joannes Goens, prior (+ 1506)
  • Franciscus Hermans, prior (+ 1536)
  • Judocus de Dumo, prior (+ 1553)
  • Everardus Bacx, prior (+ 1579)
  • Joannes van Mechelen, prior (+ 1582)
  • Joannes de Simillan, prior (+ 1610)
  • Henricus van der Heyden, prior (+ 1647)
  • Philippus Boonen, prior (+ 1631)
  • Christophorus Butkens, prior (+ 1650)
  • Petrus Spers, abt (+ 1654)
  • Benedictus Blommaert, abt (+ 1668): Flores Aperverunt
  • Franciscus Diericxk, abt (+ 1688)
  • Anselmus Boels, abt (+ 1695)
  • Bernardus Weerts, abt (+ 1707): Hospes et Exvl
  • Petrus Van Can, abt (+ 1730)
  • Bernardus Danielsens, abt (+ 1731)
  • Johannes Depester, abt (+ 1755)
  • Petrus De Laet, abt (+ 174)
  • Petrus Van de Perre, abt (+ 1801)

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Kapel Pieter Potklooster. Onroerend Erfgoed, Agentschap van de Vlaamse overheid. Geraadpleegd op 23 januari 2016.