Slangenkruid-associatie

Slangenkruid-associatie
Zomeraspect van de slangenkruid-associatie
Zomeraspect van de slangenkruid-associatie
Syntaxonomische indeling
Klasse:Artemisietea vulgaris
(klasse van ruderale gemeenschappen)
Orde:Onopordetalia acanthii
(orde van distels en ruwbladigen)
Verbond:Onopordion acanthii
(verbond van distels en ruwbladigen)
Associatie
Echio-Verbascetum
Siss. 1950
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

De slangenkruid-associatie (Echio-Verbascetum) is een associatie uit het verbond van distels en ruwbladigen (Onopordion acanthii). De associatie is tamelijk soortenrijk.

Naamgeving en codering[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam Echio-Verbascetum is afgeleid van de botanische namen van twee kensoorten van de associatie; dit zijn slangenkruid (Echium vulgare) en koningskaars (Verbascum thapsus).

Fysiognomie[bewerken | brontekst bewerken]

Het vegetatieaspect van de begroeiingen van deze associatie wordt vooral bepaald door blauwpaars- en geelbloemige kruidachtige planten.

Symmorfologie[bewerken | brontekst bewerken]

De formatie van de slangenkruid-associatie betreft een ruigte. De vegetatie wordt tot ongeveer anderhalve meter hoog en kent een tweelagige vegetatiestructuur. De vegetatie is doorgaans vrij open, maar kan ook bijna gesloten zijn. Vaak zijn er zandige en/of gruisachtige open plekken in de begroeiing aanwezig.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

De slangenkruid-associatie is kalkminnend en komt voor op droge, lichte standplaatsen. Doorgaans wordt zij aangetroffen op zandige, gruisrijke bodems en plaatselijk ook op krijtgesteente.

Fauna[bewerken | brontekst bewerken]

De slangenkruid-associatie vormt een belangrijk biotoop voor veel insecten. Het grote aanbod aan kruidachtige dracht- en waardplanten in combinatie met de vaak snel opwarmende, open zandige plekken in deze ruigtegemeenschap vormen voor veel soorten een geschikt habitat. Voorbeelden zijn de slangenkruidbij (Hoplitis adunca), slangenkruidbodemwants (Aellopus atratus) en de slangenkruidblindwants (Plagiognathus fulvipennis).

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Men veronderstelt dat het Europese verspreidingsgebied van de slangenkruid-associatie de laagvlakten van het noordelijke en noordwestelijke deel van Centraal-Europa omvat.

Bedreigingen[bewerken | brontekst bewerken]

De belangrijkste bedreiging voor de slangenkruid-associatie is het verdwijnen van milieudynamiek. Vaak speelt het Europees konijn een prominente rol in het behoud van het pionierkarakter door bodemverstoring. Wanneer een konijnenpopulatie uit een gebied verdwijnt, bijvoorbeeld door een uitbraak van myxomatose, dan gaat de slangenkruid-associatie doorgaans via natuurlijke successie over in een andere plantengemeenschap.

Fotogalerij[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Echio-Verbascetum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.