Theo van Gogh (regisseur)

Theo van Gogh
Theo van Gogh in 2004
Volledige naam Theodoor van Gogh
Geboren 23 juli 1957
Overleden 2 november 2004
Geboorteland Vlag van Nederland Nederland
Jaren actief 1981-2004
Beroep filmregisseur, acteur, filmproducent, scenarist, columnist
Films o.a. Terug naar Oegstgeest, 06, Submission
Onderscheidingen
Gouden Kalf beste regie 1996
Gouden Kalf beste televisieserie 1997
Gouden Kalf beste televisiedrama 2003
(en) IMDb-profiel
(nl) Moviemeter-profiel
(mul) TMDB-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Theodoor (Theo) van Gogh (Den Haag, 23 juli 1957Amsterdam, 2 november 2004) was een Nederlands regisseur, acteur, scenarioschrijver, columnist, programmamaker en televisiepresentator. Van Gogh werd op 2 november 2004 door Mohammed Bouyeri vermoord in de Linnaeusstraat te Amsterdam.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Van Gogh werd geboren als zoon van Anna Vonhoff en Johan van Gogh[1], een ambtenaar van de Binnenlandse Veiligheidsdienst en was een achterkleinzoon van de kunsthandelaar Theo van Gogh, de broer van de schilder Vincent van Gogh. Via zijn grootmoeder stamde hij af van de Amsterdamse wethouder Floor Wibaut. Theo groeide op in Wassenaar. Hij werd vernoemd naar de verzetsstrijder Theo van Gogh, de oudere broer van zijn vader. Deze Theo was in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gefusilleerd wegens verzetsactiviteiten.

Van Gogh studeerde rechten in Amsterdam met het idee advocaat te worden. Na het afbreken van zijn studie meldde hij zich tweemaal bij de Nederlandse Filmacademie, maar werd beide keren afgewezen. Hij sprokkelde wat geld bij elkaar en maakte in 1982 als autodidact zijn regiedebuut met de speelfilm Luger.

Van Gogh maakte voor de PvdA in 1989 de verkiezingscampagnefilm, waarin lijsttrekker Wim Kok te horen en te zien was. Van Gogh was lid van het Republikeins Genootschap[2] en stemde bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2003 op Ayaan Hirsi Ali. Haar kritiek op de islam werd door hem gesteund. Samen met Hirsi Ali maakte hij de film Submission (uitgezonden in het televisieprogramma Zomergasten), over het verband tussen de manier waarop een deel van de moslims de Koran interpreteert en vrouwenmishandeling.

Van Gogh had een zoon, Lieuwe van Gogh, uit een relatie met de actrice Heleen Hartmans.[3][4]

Regisseur[bewerken | brontekst bewerken]

Van Gogh stond vooral bekend als een acteursregisseur. Hoewel hij zich in columns en debatten regelmatig provocerend opstelde, was hij op de set volgens zijn acteurs beminnelijk. Katja Schuurman sprak zich er veelvuldig over uit.[5] Van Gogh zei dat die houding voortkwam uit opportunisme: acteurs deden volgens hem beter hun best als je aardig voor ze was. Een pose, zoals het publiek wist van zijn interviewprogramma Een Prettig Gesprek (AT5 en SBS6, 1989-1997) waar zelfs zijn grootste vijanden graag voor langskwamen omdat Van Gogh daar een oprecht belangstellend interviewer was. Evengoed lag hij regelmatig overhoop met (oud-)medewerkers en acteurs. Zo was hij gebrouilleerd met onder anderen acteurs Thom Hoffman en Gerard Thoolen, cameraman Tom Erisman, actrice Renée Fokker en de journalisten Jan Kuitenbrouwer en Hans Maarten van den Brink.[6][7]

Tot 1993 wisselde Van Gogh zelfgeschreven werk af met literatuurverfilmingen. Daarna volgde een aantal relatiefilms, geschreven door zijn vaste scenarioschrijver en beste vriend Theodor Holman, en enkele malen door Justus van Oel en Kim van Kooten ('06'), en kortere films voor televisie. Ook maakte hij de thrillers Baby Blue en 06/05 die werden geschreven door Tomas Ross. Ross schreef over zijn jarenlange samenwerking met Van Gogh het boek Take Care! (2005), waarin hij ingaat op het lastige karakter van de filmmaker, maar ook op diens opvattingen over hoe films gemaakt moeten worden.

Voor Blind Date (1996) en In het belang van de staat (1997) kreeg hij een Gouden Kalf. Voor de laatste film kreeg Van Gogh in 1999 op het San Francisco International Film Festival ook een "Certificate of Merit" in de categorie Television - Drama-60 Minutes or Less.[8] Als acteur was hij onder meer te zien in De Noorderlingen (1992). Daarnaast werkte hij voor televisie en schreef hij columns.

De meeste van zijn films waren low-budgetproducties, soms bekostigd uit eigen zak.[9] Geen van zijn films trok veel publiek. Zijn duurste film, 06/05 – over de moord op Pim Fortuyn – werd gemaakt met geld van internetbedrijf Tiscali. Ook deze film werd echter geen commercieel succes. Zijn best bezochte film is nog steeds 06 uit 1994, die meer dan 44.000 bezoekers trok. Daarmee werd het de best bezochte Nederlandse film van dat jaar,[10] waarvan de bezoekersaantallen overigens een historisch dieptepunt in de Nederlandse filmhistorie vormden. Aan het einde van zijn leven werkte Van Gogh veelvuldig samen met multi-instrumentalist Spinvis.

Behalve films voor het witte doek en voor televisie regisseerde Van Gogh ook televisieprogramma's, zoals de tv-registratie van Eric van Sauers' cabaretvoorstellingen en het AVRO-interviewprogramma Krachtstroom van Yoeri Albrecht en Lennart Booij. Voor AT5 en RTL 5 regisseerde hij De Woestijn Leeft, een satirisch architectuurprogramma, met Max Pam en Jeroen Henneman als vertellers, en in 2001 voor het Humanistisch Verbond de serie De Bovenwereld, waarin paranormale verschijnselen op een satirische manier worden behandeld.

Gijs van de Westelaken (die de laatste drie bioscoopfilms van Van Gogh produceerde), kondigde in 2005 zijn Triple Theo-project aan: de Amerikaanse herverfilming van drie Van Gogh-films. Steve Buscemi heeft in 2007 een remake gemaakt van Interview. Blind date van Stanley Tucci ging op 19 september 2008 in première op het filmfestival Film by the Sea in Vlissingen met in de hoofdrol Patricia Clarkson. De derde geplande verfilming (die van 06) leidde tot Somewhere tonight (Michael Di Jiacomo, 2011, met John Turturro in de hoofdrol), dat echter slechts zeer beperkte overeenkomsten met het origineel had.

Controverses[bewerken | brontekst bewerken]

Theo van Gogh was als publicist betrokken bij verschillende controverses vanwege zijn provocerende uitspraken. Mede hierdoor werd hij als columnist meer dan eens ontslagen of vertrok hijzelf na een conflict met de hoofdredacteur van dienst.[11]

De Joodse historica Evelien Gans schreef in haar boek Gojse nijd & joods narcisme (1994) dat Van Gogh "antisemitische stereotypen" hanteerde. Van Gogh reageerde hierop door haar in het universiteitsblad Folia te beledigen met seksuele en antisemitische toespelingen (o.a. "Ik vermoed dat mevrouw in haar vochtige dromen vaak een beurt krijgt van dokter Mengele").[12]

Als columnist van het tv-programma Business Class werd Van Gogh in 2002 al na twee afleveringen ontslagen, nadat hij ex-LPF-fractieleider Mat Herben had beschuldigd van het aannemen van steekpenningen rondom de aankoop van de Joint Strike Fighter en vervolgens weigerde om dit te rectificeren.[13]

In 2000 was Van Gogh te gast bij het tv-programma Het zwarte schaap, waar werd ingegaan op veel van de controverses rondom zijn persoon. In deze aan hem gewijde aflevering rechtvaardigde Van Gogh zijn uitspraken als uitingen in het kader van vrijheid van meningsuiting.[14] Ook omschreef hij zichzelf als "predikant van de nihilistische gemeente".

Bedreigingen[bewerken | brontekst bewerken]

Van Gogh ontving regelmatig bedreigingen, die hij ook wel publiceerde op zijn website De Gezonde Roker.[15][16] Zo werd de boekpresentatie van zijn boek Allah weet het beter, een boek vol gebundelde columns, briefwisselingen en 'beschouwinkjes' inclusief veel anti-islam sentimenten in Den Haag in november 2003 op het laatste ogenblik afgezegd wegens ernstige doodsbedreigingen aan het adres van zijn uitgever X-tra. In mei 2004, exact een half jaar voordat Van Gogh vermoord werd, noemde hij tijdens een debat over idealisme in een volle Stadsschouwburg in Amsterdam de AEL-leider Abou Jahjah 'de pooier van de profeet'.[17] Buiten ontstond een emotionele sfeer met wat duw-en trekwerk. Yoeri Albrecht probeerde daar tevergeefs Jahjah over te halen terug te keren. Er werden teksten geroepen als 'we pikken het niet langer van dat varken'. Ook werden er opnieuw doodsbedreigingen geuit jegens Van Gogh door aanwezige moslims. De spanningen liepen opnieuw op nadat Van Goghs film Submission op zondagavond 29 augustus 2004 bij Zomergasten zijn première had.

Aangiften en rechtsvervolging[bewerken | brontekst bewerken]

Wegens belediging van Joden[bewerken | brontekst bewerken]

Theo van Gogh in 1984

In met name de jaren tachtig, maar ook daarna is door verschillende personen en organisaties aangifte gedaan tegen Van Gogh vanwege groepsbelediging of godslastering. Tussen 1984 en 1993 zijn dientengevolge zeven rechtszaken jegens hem gevoerd. In het merendeel van deze zaken werd Van Gogh vrijgesproken, maar in 1990 werd hij door het Gerechtshof in een strafzaak veroordeeld tot een geldboete van duizend gulden wegens een belediging in een artikel over Leon de Winter, een veroordeling die door de Hoge Raad in stand werd gelaten. Deze zaak betrof de uitspraken van Van Gogh in een essay gepubliceerd in 1984 in het filmblad Moviola waarin hij onder meer de publicist Leon de Winter beschuldigde vanwege diens "exploitatie van de Holocaust voor eigen gewin", omdat hij misbruik zou maken van zijn Joodse identiteit en de verschrikkingen van de Holocaust om belangstelling te wekken (rijk en populair te worden) voor een boek waarvan hij mede-auteur was. Van Gogh zelf nam ondanks deze veroordeling zijn uitspraken zoals: "Copulerende gele sterren in de gaskamer" en "'Wat ruikt het hier naar caramel? Vandaag verbranden ze alleen suikerzieke joden" op in zijn bundel De Weldoener, en hij verklaarde: "Ik blijf het stuk publiceren tot het jaar 2040 en betaal elke keer duizend gulden boete."[18][19] Het kwam Van Gogh op het verwijt van antisemitisme te staan.[20] Na een klacht van Ronny Naftaniel en Sonja Barend, en wederom een aangifte door Richard Stein van de Stichting Bestrijding Antisemitisme (Stiba) kwam het tot een rechtszaak die jaren duurde.

Wegens godslastering[bewerken | brontekst bewerken]

In 1995 deed de Bond tegen vloeken aangifte van godslastering tegen Van Gogh naar aanleiding van een column van Theodor Holman vanwege de term 'christenhonden', waarna Van Gogh in zijn eigen column in HP/De Tijd Jezus aanduidde als 'die rotte vis van Nazareth'. De Bond vond dat hij zich daarmee schuldig maakte aan godslastering. De officier van justitie stelde geen vervolging in en het Gerechtshof oordeelde, in een artikel 12-procedure, dat Van Goghs uitingen "ruw en krenkend" waren, maar nog wel binnen de vrijheid van meningsuiting vielen. De Bond tegen vloeken zette de zaak door tot bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg, maar deze verklaarde de zaak niet-ontvankelijk.[18]

Moslims namen weliswaar aanstoot aan de aperte beledigingen van Theo van Gogh, maar waren daarentegen woedend over de Deense spotprenten van de profeet Mohammed, in 2005. Moslims of islamitische organisaties hebben geen zaken aanhangig gemaakt.[21] De film Submission van 2004, die door hem geregisseerd was, gaf een beeld van onderwerping van vrouwen in de islam. Op de lichamen van de vrouwen waren gekalligrafeerde Koranteksten geschilderd.

Moord[bewerken | brontekst bewerken]

Rouwbetoon na de moord op Van Gogh, bij de plaats waar hij stierf
De Schreeuw, een hommage aan Theo van Gogh in de omgeving van de moordplaats
Zie Moord op Theo van Gogh voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op dinsdagmorgen 2 november 2004 rond kwart voor negen werd Van Gogh vermoord. Hij fietste door de Linnaeusstraat in Amsterdam-Oost, op weg van huis naar zijn kantoor, toen hij door de 26-jarige Mohammed Bouyeri, ook op de fiets, met een HS2000-pistool werd beschoten.

Van Gogh werd door een aantal kogels getroffen en ook twee omstanders werden geraakt. Hij vluchtte naar de overkant van de weg en viel daar op het fietspad op de grond, waarna Bouyeri naar de liggende Van Gogh toe liep en nogmaals meerdere keren op hem schoot.[22][23] In totaal werd Van Gogh door acht kogels getroffen. Daarna sneed Bouyeri hem met een groot mes de keel door en stak hij het mes tot aan de ruggengraat in de borstkas van Van Gogh, die ter plekke overleed. Met een kleiner fileermes stak Bouyeri een brief met een aan Ayaan Hirsi Ali gerichte doodsbedreiging op het lichaam van Van Gogh.[24]

De inhoud van die brief gaf aanleiding tot het leggen van een verband tussen de moord en Van Goghs film Submission, waarvoor Hirsi Ali de tekst had geschreven.[25] NRC stelde in 2015 zelfs expliciet: "De film Submission leidde tot de moord op Theo van Gogh."[26]

Na de moord op van Gogh maakten verschillende Nederlandse kunstenaars, zoals Eddy Terstall, Tomas Ross en Leon de Winter, theaterstukken[27] en romans over de vermoorde cineast. Theodor Holman schreef enkele boeken over hem en van Goghs eigen productiebedrijf Column lanceerde een film over de nasleep van de moord.[28] Ook in de roman Leviathan of het hart in de steen (2017) van Max Pam speelt Theo van Gogh een belangrijke rol.

Filmografie[bewerken | brontekst bewerken]

Acteur[bewerken | brontekst bewerken]

Van Gogh trad als acteur op in de volgende films en programma's.

Televisiepersoonlijkheid[bewerken | brontekst bewerken]

Radio[bewerken | brontekst bewerken]

Zanger[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een verdeeld genoegen (jaren tachtig) - Van Gogh zingt eigen teksten, op piano begeleid door Willem van Ekeren.
  • Leen uw oor aan van Gogh (1984) - Van Gogh zingt eigen teksten, begeleiding door Rainer Hensel.

Schrijver[bewerken | brontekst bewerken]

Van Gogh was columnist voor een reeks van kranten en tijdschriften. Begin jaren tachtig publiceerde hij voor het eerst in Moviola, een tijdschrift dat werd uitgegeven door Ger van Wulften in samenwerking met Gied Jaspars. Hierna schreef hij voor uiteenlopende media. Aan het einde van zijn leven publiceerde Van Gogh zijn opiniestukken in het dagblad Metro en op zijn eigen website De Gezonde Roker.

Van Gogh schreef columns voor onder andere:

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Theo van Gogh van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.