Theodore Dalrymple

Voor de Engelse acteur, zie Anthony Daniels.
Anthony Daniels (Lux, 24 september 2007)

Theodore Dalrymple, pseudoniem van Anthony M. Daniels (Londen, 11 oktober 1949), is een Britse arts, polemist en schrijver van essays, reisverhalen en fictie.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Theodore Dalrymple is geboren in 1949 in Londen uit een Duitse moeder en een Russische vader. Zijn moeder was een Joodse vrouw die in 1938 op 17-jarige leeftijd nazi-Duitsland ontvluchtte.[1] Zijn vader was een communistische zakenman. Het huwelijk van zijn ouders was niet gelukkig, wat uiteindelijk tot een scheiding leidde. Dalrymple heeft in verschillende werelddelen gewoond: Europa, Zuid-Amerika en Afrika. Als arts werkte hij onder andere in ontwikkelingslanden zoals Tanzania en Zimbabwe.

Voor zijn pensionering in 2005 werkte Dalrymple als arts-psychiater in Birmingham in een gevangenis en een ziekenhuis. De ervaringen met zijn patiënten, veelal afkomstig uit achterstandswijken, leverde hem de stof voor zijn bekendste boeken en artikelen. Dalrymple is een cultureel-conservatieve criticus van het links-liberale gedachtegoed en van utopisch denken.

Dalrymple is gehuwd met een Française en woont sinds 2005 een deel van het jaar in Frankrijk.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Theodore Dalrymple is een schrijver van essays, (beschouwende) reisverhalen en satirische fictie. Het merendeel van zijn werk bestaat uit essays. Een voorbeeld is het boek Drugs, de mythes en de leugens. Daarin betoogt hij dat vrijwel alle gangbare ideeën over drugs en drugsverslaving fout zijn, wat leidt tot een hulpverleningsindustrie en medicatiepraktijk die voor alle betrokkenen - vooral voor de verslaafden - funest is. Tevens analyseert hij de intellectuele oorsprong van het romantische waas dat volgens hem is opgetrokken rond het gebruik van 'geestverruimende middelen'. Hij heeft twee fictieve verhalen geschreven: So little done (De filantroop) en Filosofa's Republic. In het satirische De filantroop laat hij een seriemoordenaar aan het woord die met hulp van het door Dalrymple bestreden collectivistische, links-liberale gedachtegoed aannemelijk maakt dat hij een weldoener der mensheid is. Met Filosofa's Republic heeft hij een satire geschreven op het bewind van Julius Nyerere, destijds president van Tanzania. Hij heeft daarnaast enkele reisverslagen gepubliceerd: Coups and Cocaine: Two Journeys in South America, Zanzibar to Timbuktu, The Wilder Shores of Marx: Journeys in a Vanishing World, Monrovia Mon Amour: A Visit to Liberia.

Zijn bekendste werken zijn Leven aan de onderkant en Beschaving of wat er van over is. Deze boeken zijn een overdenking van zijn ervaringen met patiënten in Britse achterstandswijken. In Nederland is Dalrymple 'ontdekt' door Chris Rutenfrans, criminoloog en destijds redacteur bij Trouw. In 2004 vertaalde Rutenfrans samen met Yoram Stein het eerste boek dat in het Nederlands verscheen: Leven aan de onderkant. In België schrijft hij elke maand een column in het Vlaams-nationalistische weekblad 't Pallieterke. Ook is hij medewerker van SCEPTR.

Het werk van Dalrymple vindt weerklank in Nederland, België, de Scandinavische landen en Amerika, maar veel minder in Groot-Brittannië. Er is ook kritiek; Dalrymples critici verwijten hem een pessimist te zijn, een misantroop die zijn patiënten en de hulpverleners door het slijk haalt. Een Nederlandstalig boek dat het oeuvre van Dalrymple kritisch bespreekt, is 'Bedrogen door de elite?', onder redactie van Jelle Zeedijk en Paulus van Bortel.

Dalrymple is verbonden aan het Manhattan Institute, een Amerikaanse denktank.

In 2011 ontving de auteur uit handen van Bart De Wever de Prijs voor de Vrijheid van denktank Libera!.

Thema's[bewerken | brontekst bewerken]

Het werk van Theodore Dalrymple kent een aantal terugkerende thema's.[2] Dalrymples opvattingen die aan deze thema's ten grondslag liggen zijn niet onomstreden.

  • De oorzaak van veel hedendaagse misère in Westerse landen - criminaliteit, huiselijk geweld, drugsgebruik, agressieve jeugdcultuur, hooliganisme, gebroken gezinnen enzovoort - is het nihilistische, decadente en zelfdestructieve gedrag van mensen die niet weten hoe ze moeten leven. Zowel het vergoelijken van dit gedrag als de medicalisatie van de eruit voortvloeiende problemen is een vorm van onverschilligheid. Iemand moet - met geduld en met alle begrip voor de concrete omstandigheden van het geval - deze mensen vertellen dat ze anders moeten gaan leven.[3]
  • Armoede vormt niet de verklaring voor agressief, crimineel en zelfdestructief gedrag. In een Afrikaanse sloppenwijk kun je in de armoedigste omstandigheden waardigheid en persoonlijke beschaving aantreffen die in een gemiddelde Engelse stadswijk - oneindig welvarender - ontbreken.[4]
  • Een levenshouding die gekarakteriseerd kan worden met 'dankbaarheid voor het leven' en 'nederigheid', waaruit waarden als 'goed burgerschap' en 'verplichtingen jegens anderen' voortvloeien, heeft met kwalijke gevolgen plaats gemaakt voor 'het besef van rechten', 'het staan op je rechten', en de ressentimentele houding van het slachtofferschap als deze rechten niet worden gehonoreerd.[5]
  • Technologische of bureaucratische oplossingen voor de onvermijdelijke spanningen die optreden in elk mensenleven en elke maatschappij zijn meestal gedoemd tot mislukking.
  • Een van de dingen die de islam voor jonge verwesterde moslimmannen aantrekkelijk maakt is de gelegenheid die het hun geeft om de baas te zijn over hun vrouwen.[6]
  • Het is een mythe dat ontwenning van een opiumverslaving (bijvoorbeeld heroïne) ondraaglijk zwaar is; het is nauwelijks erger dan een flinke griep.[7]
  • Criminaliteit is veel vaker de oorzaak van drugsverslaving dan het gevolg.
  • De ideologie van de verzorgingsstaat wordt gebruikt om mensen te ontslaan van hun persoonlijke verantwoordelijkheid. Het ontkennen van de eigen verantwoordelijkheid maakt mensen afhankelijk van instituties en houdt een onderklasse in stand.
  • Het waardenrelativisme wordt vaak gebruikt om de stem van het geweten tot zwijgen te brengen.[8]
  • Cultuurrelativisme en multiculturalisme zijn strijdig met het gezond verstand en de feiten.[9]
  • Vrijheid en zelfontplooiing worden ten onrechte als zelfstandige waarden voorgesteld. Dit idee heeft vooral voor de onderklasse desastreuze gevolgen gehad. Als voorbeeld noemt Dalrymple onder andere vrije seks, dat in de hogere maatschappelijke regionen tot een beperkte ontwrichting leidde; in de lagere klassen waren de gevolgen veel ernstiger: gebroken en vaderloze gezinnen, drugs- en alcoholproblemen, seksuele jaloezie, huiselijk geweld enzovoort.
  • De teloorgang van persoonlijke beschavingsidealen, zoals: distantie, ijver, nederigheid, ironie en zelfbeheersing, is een ramp voor het persoonlijke en maatschappelijke leven.[10]
  • De oorzaak van onze culturele armoede moet worden gezocht bij de intellectuelen: zij hebben sinds de Verlichting gaandeweg (en in de twintigste eeuw op grote schaal) de fundamenten van onze beschaving aangetast en zij kijken nu, op politiek-correcte wijze, weg van de problemen die dat heeft veroorzaakt.

Pseudoniemen[bewerken | brontekst bewerken]

Hij schrijft zowel onder zijn eigen naam als onder pseudoniem. Naast het pseudoniem Theodore Dalrymple heeft hij in het verleden ook de pseudoniemen Edward Theberton en Thursday Msigwa gebruikt[11] en mogelijk nog een ander pseudoniem.[12]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Coups and Cocaine: Two Journeys in South America (1986)
  • Fool or Physician: The Memoirs of a Sceptical Doctor (1987)
  • Zanzibar to Timbuktu (1988)
  • Filosofa's Republic (1989) (onder het pseudoniem Thursday Msigwa)
  • Sweet Waist of America: Journeys around Guatemala (1990)
  • The Wilder Shores of Marx: Journeys in a Vanishing World (1991) (verschenen in de VS als Utopias Elsewhere)
  • Monrovia Mon Amour: A Visit to Liberia (1992)
  • If Symptoms Persist: Anecdotes from a Doctor (1994)
  • So Little Done: The Testament of a Serial Killer (1996)
  • If Symptoms Still Persist (1996)
  • Mass Listeria: The Meaning of Health Scares (1998)
  • An Intelligent Person's Guide to Medicine (2001)
  • Life at the Bottom: The Worldview That Makes the Underclass (2001)
  • Violence, disorder and incivility in British hospitals: the case for zero tolerance (2002)
  • Our Culture, What's Left of It: The Mandarins and the Masses (2005)
  • Romancing Opiates: Pharmacological Lies and the Addiction Bureaucracy (2006) (verschenen in 2007 in de UK als Junk Medicine)
  • Making Bad Decisions. About the Way we Think of Social Problems (2006) (Dr. J. Tans Lecture 2006; gepubliceerd door Studium Generale Maastricht. De lezing werd gehouden op 15 november 2006. ISBN 978-90-78769-01-9)
  • In Praise of Prejudice: The Necessity of Preconceived Ideas (2007)
  • Not with a Bang But a Whimper: The Politics and Culture of Decline (US editie) (2008) ISBN 1-56663-795-3
  • Second Opinion. A Doctor's Notes from the Inner City (2009)
  • Not with a Bang But a Whimper: The Politics and Culture of Decline (UK editie; bevat drie essays die niet zijn opgenomen in de US editie) (2009) ISBN 978-1-906308-10-0
  • The New Vichy Syndrome. Why European Intellectuals Surrender to Barbarism (2010) ISBN 978-1-59403-372-8
  • Spoilt Rotten. The Toxic Cult of Sentimentality[13] (2010) ISBN 978-1906142612
  • Litter: How Other People's Rubbish Shapes Our Life (2011) ISBN 978-1906142865
  • Anything goes (2011) ISBN 978-0578084893
  • The Pleasure of Thinking (2012) ISBN 978-1908096081
  • Threats of Pain and Ruin (2014) ISBN 978-0991652112

Verschenen in het Nederlands:

  • Leven aan de onderkant, Spectrum (2004)
  • Beschaving of wat er van over is, Nieuw Amsterdam (2005)
  • Drugs, de mythes en de leugens, Nieuw Amsterdam (2006)
  • De filantroop, testament van een seriemoordenaar, Nieuw Amsterdam (2007)
  • Leve het vooroordeel!, Nieuw Amsterdam (2008)
  • Profeten en charlatans. Hoe schrijvers ons de wereld laten zien, Nieuw Amsterdam (2009)
  • Door en door verwend. Kritiek op de sentimentele samenleving, Nieuw Amsterdam (2011)
  • Vrijheid en oprechtheid., Pelckmans (2011) (Laudatio Bart De Wever bij toekenning Prijs voor de Vrijheid aan Dalrymple en dankwoord Theodore Dalrymple)
  • Andermans rotzooi. Amsterdam, Nieuw Amsterdam (2012). ISBN 978-90-468-1290-7
  • Struinen, lezen en denken. Notities van een liefhebber, Nieuw Amsterdam (2013) ISBN 978-9046815762
  • Jelle Dehaen: Het conservatieve denken. Gesprekken met Herman De Dijn, Theodore Dalrymple, Thierry Baudet, Paul Cliteur & anderen. Antwerpen, Houtekiet (2015). ISBN 978-90-8924-335-5

Over zijn werk (Nederlands)

  • Jelle Zeedijk & Paulus van Bortel (red.), Bedrogen door de elite? Kritische beschouwingen bij Theodore Dalrymples cultuuranalyse, Pelckmans/Klement (2008)

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. In het essay 'What we have to lose', in: Our Culture What's Left of It, p. 158, schreef Dalrymple: "(...) my mother was a refugee from Nazi Germany (...) She had left Germany when she was seventeen (...)".
  2. Een aantal van deze thema's komt aan bod in het interview dat Paul Belien met Dalrymple had: 'Dalrymple on Decadence, Europe, America and Islam', in The Brussels Journal, the Voice of Conservatism in Europe, 17 sept. 2006.
  3. Zie: Life at the bottom. The Worldview that makes the Underclass (passim).
  4. Zie: What is Poverty, City Journal, spring 1999.
  5. Zie: 'The Law of Conservation of Righteous Indignation, and its Connection to the Expansion of Human Rights', in: In Praise of Prejudice. The Necessity of Preconceived Ideas, p. 68 (hfst. 17).
  6. In The Gelded Age. A review of America Alone: The End of the World as We Know It, by Mark Steyn (Website The Claremont Institute, 9 april 2007), schreef Dalrymple: "The principal immediate attraction of Islam to young Muslims brought up in the West is actually the control and oppression of women." Iets vergelijkbaars zegt hij in The Suicide Bombers Among us (Frontpage Magazine, 3 november 2005): "However secular the tastes of the young Muslim men, they strongly wish to maintain the male dominance they have inherited from their parents."
  7. Newstatesman.com 9 april 1999. Zie ook: Romancing Opiates (passim).
  8. Zie: 'The Uses of Metaphysical Skepticism', in: In Praise of Prejudice. The Necessity of Preconceived Ideas, p. 6 (hfst. 2).
  9. Zie: Multiculturalism Starts Losing its Luster, City Journal, summer 2004.
  10. Zie: All our Pomp of Yesterday, City Journal, summer 1999.
  11. Zie hiervoor Website Skeptical Doctor. Een voorbeeld van een artikel onder het pseudoniem Edward Theberton: Black Marx[dode link], The Spectator, 5 juli 1986. Er zijn geen zelfstandig uitgegeven publicaties van E. Theberton bekend. Onder het pseudoniem Thursday Msigwa is onder andere het boek Filosofa's Republic uitgegeven.
  12. Zie: Theodore Dalrymple, 'Where nobody knows your name', Globe and Mail, 16 feb. 2008. Hij schrijft daar: "In a way, I am an expert om pseudonymity. In my time, and for a variety of reasons, I have written under four different pen names." Niet geheel duidelijk is of in de geciteerde zin ook zijn eigen naam onder de 'pen names' wordt gerekend.
  13. Eerder aangekondigd met een alternatieve ondertitel: Spoilt Rotten. How Britain is Ruined by its Children.