Carl Maria von Weber

Voor de gelijknamige trein, zie Carl Maria von Weber (trein)
Carl Maria von Weber
Carl Maria von Weber
Carl Maria von Weber
Algemene informatie
Volledige naam Carl Maria Friedrich Ernest von Weber
Geboren 18 november 1786
Geboorteplaats EutinBewerken op Wikidata
Overleden 5 juni 1826
Overlijdensplaats LondenBewerken op Wikidata
Land Vlag van Duitsland Duitsland
Werk
Genre(s) Klassiek, Opera
Beroep componist, dirigent
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Geboortehuis van Carl Maria von Weber te Eutin

Carl Maria Friedrich Ernest von Weber (Eutin, 18 november 1786Londen, 5 juni 1826) was een Duitse componist. Hij is vooral bekend door de opera's Der Freischütz, Euryanthe en Oberon.

In Dresden is zijn toenmalige zomerwoning ingericht als het Carl-Maria-von-Weber-Museum. In het Noord-Duitse Eutin is er een permanente expositie over Von Weber in het Ostholstein-Museum.

Carl Maria von Weber werd geboren in Eutin in het prinsbisdom Lübeck als oudste van drie kinderen van Franz Anton von Weber en zijn tweede vrouw Genovefa Brenner. Carl Maria von Weber studeerde als kind muziek bij Heuschkel in Hildburghausen. In 1798 overleed zijn moeder. In datzelfde jaar vertrok Von Weber naar Salzburg om les te gaan krijgen van Michael Haydn. Later volgde Von Weber nog muziekles in München bij de zanger Johann Evangelist Wallishauser en bij de organist J.N. Kalcher. In 1798 schreef hij ook zijn eerste muziekstukken: zes fughettes voor piano. Korte tijd later schreef hij onder meer een mis en een opera Die Macht der Liebe und des Weins. Deze stukken zijn echter niet bewaard gebleven.

Gedenkplaat voor de première van de opera Das Waldmädchen

In 1800 verhuisde de familie Von Weber naar Freiberg in Saksen. Von Weber, toen 14 jaar oud, schreef daar de opera Das stumme Waldmädchen. Deze opera werd later nog gespeeld in Wenen, Praag en Sint-Petersburg. Von Weber schreef ook recensies in kranten, onder andere in de Leipziger Neue Zeitung.

In 1801 verhuisde de familie weer terug naar Salzburg. Von Weber ging daar studeren bij Joseph Haydn en bij Abbé Vogler. In 1803 verscheen Von Webers opera Peter Schmoll und seine Nachbarn; met deze opera vestigde Von Weber definitief zijn status als populair componist.

Abbé Vogler was onder de indruk van het talent van zijn leerling en op zijn voordracht werd Von Weber benoemd tot directeur van de Opera in Breslau. Niet veel later kreeg Von Weber een betrekking aan het hof van de keurvorst van Württemberg, Frederik I.

Persoonlijk zat het Von Weber niet mee. Hij nam in een vlaag van frustratie ontslag in Breslau, werd eens gearresteerd wegens het niet betalen van rekeningen en fraude en verbannen van Württemberg en was betrokken bij enkele schandalen. Maar als componist ging het hem voor de wind. Naast opera's en stukken voor de piano, was Von Weber ook bekend om zijn religieuze muziek, vooral katholieke missen. Von Weber maakte in 1810 een tocht langs verschillende steden in Duitsland en in 1813 werd hij directeur van het Statentheater (Stavovské divadlo) in Praag. Aldaar werd hij opgevolgd door Josef Triebensee. In 1816 en 1817 werkte Von Weber in Berlijn en vanaf 1817 was hij directeur van de prestigieuze opera van Dresden. Von Weber werkte hard aan de erkenning van de Duitse opera, als reactie op de Italiaanse opera die Europa toen nog domineerde.

Originele partituur van de opera Der Freischütz

In 1821 bereikte Von Weber het hoogtepunt van zijn carrière met de voltooiing van zijn meesterwerk, de opera Der Freischütz. De compositie was muzikaal vernieuwend door het kwistig gebruik van meerdere lagen harmonieën (wat Richard Wagner later zou overnemen) en het gebruik van populaire thema's uit volksmuziek uit Centraal-Europa. Ook het script, waarin Lucifer zelf in een nachtelijk bos verscheen en het min of meer open einde (zowel muzikaal als wat verhaal betreft), was voor die tijd zeer vernieuwend. De opera had zijn première in Berlijn.

In 1824 kreeg Von Weber een uitnodiging van het operahuis Covent Garden in Londen om de opera Oberon, een bewerking van A Midsummer Night's Dream van William Shakespeare, te componeren en te produceren. Von Weber nam de uitnodiging aan en vertrok in 1826 naar Engeland om de opera af te maken en aanwezig te zijn bij de uitvoering. Hij leed toen al aan tuberculose en in de nacht van 4 op 5 juni overleed hij in Londen aan deze ziekte. Aanvankelijk werd hij begraven in Londen, maar achttien jaar later werden zijn resten opgegraven en herbegraven in Dresden.

Lijst van composities

[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1807 Symfonie nr 1 in C groot
  • 1807 Symfonie nr 2 in C groot

Concerten voor instrumenten en orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
Klarinetconcert nr. 2
Deel 3 uit Concert nr. 2 in Es majeur, voor klarinet en orkest (download·info)
  • 1805 Romanza Siciliana, voor dwarsfluit en orkest
  • 1808 Grand Potpourri, voor cello en orkest
  • 1809 rev.1813 Andante en Rondo Ungarese, voor altviool en orkest (herzien voor fagot in 1813)
  • 1810 Concert nr. 1 in C majeur, voor piano en orkest
  • 1811 Concert nr. 1 in f mineur, voor klarinet en orkest
  • 1811 Concert nr. 2 in Es majeur, voor klarinet en orkest
  • 1811 Concertino, voor klarinet en orkest
  • 1811 rev.1822 Concert in F majeur, voor fagot en orkest
  • 1812 Concert nr. 2 in Es majeur, voor piano en orkest
  • 1815 Concertino, voor hoorn en orkest
  • 1821 Concertstuk in f mineur, voor piano en orkest
  • 1811 Der Beherrscher der Geister, ouverture
  • 1818 Jubel Ouverture

Werk voor militaire kapel

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1822 Marsch für das königlich preußische 2. Leib-Husaren Regiment
  • 1802 Grosse Jugendmesse
  • 1818 Mis in Es groot Freischütz Messe
  • 1819 Mis in G groot Jubel-Messe

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto
1799 Die Macht der Liebe und des Weins, WeV C.1 / JV Anh. 6 niet uitgevoerd
1800 Das Waldmädchen, WeV C.2 / JV Anh. 1 2 bedrijven 24 november 1800, Freiberg, Theater am Buttermarkt Karl Ritter von Steinsberg
1801-1802 Peter Schmoll und seine Nachbarn, WeV C.3 / JV 8 2 bedrijven vermoedelijk 1803, Augsburg Joseph Türk
1804-1805 Rübezahl, WeV C.4 / JV 44-46 2 bedrijven 1806 Breslau; 1941, Dresden;
1981, Karlsruhe
Johann Gottlieb Rhode
1808-1810; rev. 1812 Silvana, WeV C.5 / JV 87 3 bedrijven 16 september 1810, Frankfurt am Main, Stedelijk theater;
gereviseerde versie: 10 juli 1812, Berlijn, Schouwburg
Franz Carl Hiemer
1810-1811 Abu Hassan, WeV C.6 / JV 106 1 akte 4 juni 1811, München, Residenz-Theater Franz Carl Hiemer naar een verhaal in Antoine Gallands
verzameling Duizend-en-één-nacht
1817-1821 Der Freischütz, (op. 77), WeV C.7 / JV 277 3 bedrijven 18 juni 1821, Berlijn, Koninklijke Schouwburg Johann Friedrich Kind
1820-1824 Die drei Pintos, WeV C.8 / JV Anh. 5 3 bedrijven 20 januari 1888, Leipzig, Neues Stadttheater Theodor Winkler
1822-1823 Euryanthe, (op. 81) WeV C.9 / JV 291 3 bedrijven 23 december 1825, Berlijn;
25 oktober 1923, Wenen, Kärntnerthortheater
Helmina von Chézy
1825-1826 Oberon, WeV C.10 / JV 306 3 bedrijven 12 april 1826, Londen, Royal Opera House Covent Garden James Robinson Planché naar
Christoph Martin Wielands versenepos "Oberon"
en William Shakespeares "Midsummernightsdream"
Voltooid in titel tekst première
1809 Turandot, (op. 37) WeV F.1 / JV 75 Friedrich von Schiller 20 september 1809, Stuttgart
1811 Der arme Minnesinger, op. 25/2, 3 en 5 WeV F.2 / JV 110-113 August von Kotzebue 9 juni 1811, München
1813 Das österreichische Feldlager, WeV F.3 / JV Anh. 43-45 Heinrich Schmidt 24 oktober 1813, Praag
1813 Romeo and Julia, voor gemengd koor, WeV F.4 / JV Anh. 48 William Shakespeare 9 december 1813, Praag
1815 Lieb' und Versöhnen oder Die Schlacht bei Leipzig, WeV F.5 / JV 186-187 Friedrich Wilhelm Gubitz 18 oktober 1815, Praag
1815 "Was stürmet die Heide herauf" tot "Gordon und Montrose", Ballade op. 47/3 WeV F.6 / JV 189 Georg Reinbeck 19 november 1815, Praag
1817 König Yngurd, WeV F.8 / JV 214 Adolph Müllner 14 april 1817, Dresden
1817 Die Ahnfrau, WeV F.9 / JV Anh. 65 Franz Grillparzer 18 september 1817, Dresden
1818 Das Haus Anglade, WeV F.14 / JV 227 Theodor Winkler 13 april 1818, Dresden
1818 Der Tod Heinrichs IV. von Frankreich, WeV F.15 / JV 237 Eduard Gehe 6 juni 1818, Dresden
1818 Sappho, WeV F.16 / JV 240 Franz Grillparzer 18 juni 1818, Dresden
1818 Die Zwillinge, WeV F.18 / JV Anh. 71 Friedrich Maximilian Klinger,
bewerkt door Karl August Rublack
18 augustus 1818, Dresden
1818 Liebe um Liebe, WeV F.19 / JV 246 Karl August Rublack 20 september 1818, Dresden
1820 "Agnus Dei" tot "Karlo oder Wahnsinn aus Liebe", WeV F.20 / JV 273 Georg Graf von Blankensee 5 april 1820, Berlijn
1820 Der Leuchtturm, WeV F.21 / JV 276 Ernst von Houwald 24 april 1820, Dresden
1820; 1821/1822 Preciosa, (op. 78) WeV F.22 / JV 279 Pius Alexander Wolff 14 maart 1821, Berlijn
1822 Festspiel zur Nachfeier der Vermählung des Prinzen
Johann von Sachsen mit Prinzessin Amalia von Bayern
, WeV F.24 / JV 289
Ludwig Robert 28 november 1822, Dresden
  • Der erste Ton (1808)
  • Kampf und Sieg (1815)
  • Jubel-Kantate (1818)
  • Pianokwartet (1809)
  • Klarinetkwintet (1815)
  • Trio voor fluit, cello en piano (1819)
  • 6 progressieve sonates voor viool en piano (1810)
  • Grand Duo Concertant in Es groot voor klarinet en piano (1816)
  • Divertimento voor gitaar en piano (1816)
  • Pianosonates nr. 1 in C groot (Op. 24), nr. 2 in As groot (Op. 39), nr. 3 in d klein (Op. 49), nr. 4 in e klein (Op. 70)

Drie liederen in de liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee zijn op muziek van Weber. Het gaat onder meer om een tekst van W.H. de Groot Wz.

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Carl Maria von Weber van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.