Eduard van Voorst tot Voorst

Eduard van Voorst tot Voorst
Prinses Irene met burgemeester E.H.J. baron van Voorst tot Voorst
Algemene informatie
Volledige naam Eduard Hendrik Joan baron van Voorst tot Voorst
Geboren Huissen, 7 mei 1892
Overleden Tilburg, 28 januari 1972
Partij RKSP, KVP
Titulatuur Mr.
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Eduard Hendrik Joan baron van Voorst tot Voorst (Huissen, 7 mei 1892Tilburg, 28 januari 1972) was een Nederlandse politicus van de RKSP (later KVP).

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Van Voorst promoveerde op stellingen in 1918 in de rechten aan de Universiteit van Amsterdam. In de gemeente Ubbergen was hij van 1920 tot 1935 burgemeester. In 1923 werd hij lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Van 1935 tot 1946 was Van Voorst lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland.

Van 17 oktober 1944 tot medio 1945 was hij waarnemend commissaris van de Koningin in Gelderland in het reeds bevrijde gedeelte van Gelderland gezeteld in Nijmegen. In het nog bezette gedeelte van Gelderland was Harmanus Hondius in september 1944 door de bezetter benoemd. Van 1946 tot 1957 was hij burgemeester van Tilburg.

In 1967 bracht de Centrale Commissie voor Drinkwatervoorziening 1965 onder zijn voorzitterschap het rapport De toekomstige drinkwatervoorziening van Nederland uit.

Van Voorst werd benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Tevens was hij baljuw-voorzitter, erebaljuw en drager van het Grootkruis van Verdiensten van de Souvereine en Militaire Orde van Malta, en commandeur in de Orde van de H. Gregorius de Grote. Ook werd hij onderscheiden met de Watersnoodmedaille.

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Van Voorst, lid van de familie Van Voorst tot Voorst, was de zoon van commissaris van de Koningin mr. Arthur Eduard Joseph van Voorst tot Voorst (1858-1928) en van Clara Maria Theresia Joanna Helena Thijssen (1864-1936). Hij is in 1921 gehuwd met jkvr. Theresia Maria Josephina Smits (1894-1932) en in 1937 met Rosa Lucie Johanna Maria de Quay (1906-1971), zus van prof. dr. Jan de Quay (1901-1985), minister-president. Uit het eerste huwelijk werden vier kinderen geboren, en zo werd hij de schoonvader van mr. Piet-Hein Houben (1931), ambassadeur, en van mr. Frans Joseph Johan Lodewijk van Lanschot (1909-1999), burgemeester; uit het tweede huwelijk hadden zij als zoon mr. Berend-Jan van Voorst tot Voorst (1944), staatssecretaris en commissaris van de Koningin van Limburg.[1]

Van Voorst en zijn tweede vrouw zijn begraven op de Centrale Begraafplaats West te Tilburg. In november 2020 kwam dit graf in de publiciteit omdat de rechten op het graf in 2022 dreigden te verlopen en erfgenamen door de begraafplaats en de gemeente niet bereikt konden worden. Daarop besliste de gemeente dat zij de rechten zouden overnemen om het graf te behouden, indien de erfgenamen niet tot verlenging zouden overgaan, gezien de betekenis van de oud-burgemeester voor Tilburg. De jongste zoon, de oud-staatssecretaris en commissaris van de Koningin, werd uiteindelijk toch bereikt en zegde toe de grafrechten te verlengen.[2]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Stellingen ter verkrijging van den graad van doctor in de rechtswetenschap aan de universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 1918.
Voorganger:
Jhr. F.C.V. Dommer van Poldersveldt
Burgemeester van Ubbergen
1920-1935
Opvolger:
Mr. P.M.H. Sassen
Voorganger:
S. baron van Heemstra
waarnemend Commissaris van de Koningin van Gelderland
(voor het al bevrijde deel)
1944-1945
Opvolger:
G.W.J. van Koeverden
Voorganger:
Jan van de Mortel
Burgemeester van Tilburg
1946-1957
Opvolger:
Cees Becht