Wereldkampioenschap rally in 1983

Wereldkampioenschap rally in 1983
Volgende: Seizoen 1984
Vorige: Seizoen 1982
De locaties van rally's uit het seizoen 1983 in kaart
Seizoen in het wereldkampioenschap rally
Regio Mondiaal
Jaargang 11
Aantal rondes 12
Kampioen rijders Vlag van Finland Hannu Mikkola
Kampioen constructeurs Vlag van Italië Lancia
Portaal  Portaalicoon   Autosport

Het Wereldkampioenschap rally in 1983 was de elfde jaargang van het Wereldkampioenschap rally (internationaal het World Rally Championship), georganiseerd door de Fédération Internationale de l'Automobile (FIA).

Verslag[bewerken | brontekst bewerken]

Het seizoen zag de intrede van de Groep B, A en N klasse als vervanging van de genummerde indeling. Deze waren dan ook niet meer gerechtigd om punten te pakken voor het kampioenschap. De kalender bleef niet ongewijzigd, waarin namelijk Argentinië na een jaar absentie terugkeerde en de plaats in nam van de Braziliaanse ronde, die organisatorisch ploeterde. De rondes in Zweden en Ivoorkust speelden enkel een rol voor het rijderskampioenschap, waarbij de beste zeven resultaten meetelden, wat evenals gold voor de constructeurs.

De introductie van de nieuwe klasse indeling zorgde ervoor dat de meeste teams hun auto's van Groep 4 opnieuw homologeerde naar Groep B, waarbinnen allerlei aanpassingen mogelijk waren. Regerend wereldkampioenen Audi kwamen aanzetten met de Audi quattro A1 en later de quattro A2, die nu beschikte over een aluminium motorblok. Hannu Mikkola, Michèle Mouton en Stig Blomqvist waren opnieuw de vaste rijders van het team. Lancia werd bij voorhand genoemd als de grootste concurrent. Hun Lancia Rally 037 kon nog niet geheel overtuigen het jaar ervoor, maar het team had de auto inmiddels verder ontwikkeld, zodoende dat die op veel aspecten niet meer te vergelijken was met het oorspronkelijke ontwerp. Ook wisten ze de regerend wereldkampioen Walter Röhrl te strikken als nieuwe teamgenoot van Markku Alén, terwijl Attilio Bettega, die aan het begin van het jaar nog herstellende was van zijn dubbele beenbreuk die hij opliep in een ongeluk in Corsica een jaar eerder, de derde auto bestuurde van het team. In absentie van Bettega werd er gebruikgemaakt van de diensten van Jean-Claude Andruet en Adartico Vudafieri. Ondanks het verlies van kopman Röhrl, bleef Opel een groot programma steunen, met vaste rijders Ari Vatanen en Henri Toivonen. Ze begonnen het seizoen nog met de Opel Ascona 400, maar deze zou later plaats maken voor de Manta 400. Nissan introduceerde de Nissan 240RS met Timo Salonen en Shekhar Mehta achter het stuur, terwijl het team soms ook per wedstrijd slechts een enkele auto inschreef met een gastrijder in de gelederen. Overige teams als Renault, Toyota en Citroën maakten sporadische optredens gedurende het seizoen.

De seizoensstart in Monte Carlo vond onder relatief droge weersomstandigheden plaats. Hierin bleek ook meteen duidelijk de ontwikkeling die Lancia's Rally 037 had doorgemaakt gedurende de winterperiode. Op dominante wijze greep het team namelijk naar een top twee resultaat toe, met nieuwkomer Röhrl die alweer zijn derde Monte Carlo overwinning kon vieren en Alén eindigend als tweede. Andruet had hier ook tussen kunnen staan, maar problemen verhinderden hem uiteindelijk van een hoge klassering. Audi moest achtervolgen met Blomqvist en Mikkola op plaatsen drie en vier respectievelijk, terwijl de Opels van Vatanen en Toivonen daarachter aansloten als vijfde en zesde. In Zweden ontbrak Lancia aan de start, waardoor Audi eigenlijk alleen zichzelf kon pijnigen. Dat deed het team niet, want op dominante wijze completeerden ze de gehele top vier met Mikkola als winnaar, Blomqvist, die eenmalig achter het stuur kroop van een Audi 80 quattro, als tweede, Lasse Lampi in een privé-quattro A1 als derde en Mouton eindigend op plaats vier. In Portugal kon er weer voor de constructeurspunten gereden worden waardoor Lancia zich weer meldde. Op de asfaltproeven konden zij goed meekomen met het 4x4 geweld van de quattro's, maar de aansluiting was er minder op het onverhard. Mikkola schreef zijn tweede opeenvolgende overwinning op zijn naam, terwijl regerend winnares Mouton zich content moest stellen met een tweede plaats en Lancia in de persoon van Röhrl het podium completeerde. In Kenia gaf het uithoudingsvermogen uiteindelijk de doorslag. Nissan leek lange tijd op weg te zijn naar hun eerste overwinning met de 240RS, totdat Salonen in de slotfase door problemen met de motor moest opgeven. Anderen incasseerde op dit moment eveneens tijdsverlies, waardoor Vatanen op het eind profiteerde en de Ascona 400 in haar laatste optreden de overwinning schonk. Mikkola en Mouton maakten daarachter het podium compleet. Op het asfalt in Corsica debuteerde Audi de quattro A2, die zogezegd de Groep B regels beter nastreefde dan zijn voorganger, maar tegelijkertijd niet opgewassen bleek tegen de overmacht die Lancia had op deze ondergrond. De Audi's moesten aan de zijlijn toekijken hoe vier Lancia's de top vier opvulden, met Alén als winnaar, Röhrl als tweede, privé-rijder Vudafieri op plaats drie en Bettega, die zijn terugkeer maakte in het WK, eindigend als vierde. De betrouwbaarheid van de quattro's speelde ook parten op het onverhard in Griekenland, waar het voorheen zo domineerde. Blomqvist leed nog het minste gezichtsverlies door het podium te completeren op plaats drie, maar hij moest Röhrl en Alén voor zich dulden, die Lancia's gevreesde terrein wisten te overtreffen met een eerste en tweede plaats. Geen van de Audi's kwamen vervolgens in Nieuw-Zeeland aan de finish, waardoor Lancia wederom kon profiteren. Röhrl won voor de tweede keer op rij, terwijl Bettega als derde eindigde. De twee Lancia's werden gescheiden door Salonen in het eerste podium resultaat voor de 240RS.

De start van de tweede seizoenshelft zag Audi haar vorm herpakken. Op de snelle wegen in Argentinië kon Lancia dit keer weinig concurrentie bieden en bezette Audi voor de tweede keer aan het einde de complete top vier; respectievelijk Mikkola, Blomqvist, Mouton en gastrijder Mehta. In Finland greep Mikkola vervolgens naar een historische overwinning toe. Hij werd gedurende de rally geplaagd door technische problemen, maar zijn expertise in het evenement leidde uiteindelijk tot succes, mede geholpen door teamgenoot Blomqvist, die op het einde toch wat gas terug gaf voor de titel kandidaat en als tweede eindigde. Alén vormde constant een bedreiging voor de twee Audi's, maar moest zich genoegen doen met een derde plaats. Mikkola kende vervolgens tegenslag in San Remo, waar hij door een motor brand op moest geven, terwijl Blomqvist zichzelf buiten spel zette door op de slotdag te verongelukken. De overige twee Audi's van Mouton en Bernard Darniche eindigden buiten de top vijf en waren geen competitie voor het Lancia team, die met Alén naar een populaire overwinning grepen voor thuispubliek. Röhrl domineerde grotendeels op de klassementsproeven, maar omstandigheden weigerde hem de winst en hij eindigde in plaats daarvan als tweede. Bettega maakte met een derde plaats het succes voor Lancia compleet, die met dit resultaat zeker waren van hun vierde wereldtitel bij de constructeurs. Om zijn titelkansen optimaal te houden reisde Audi met Mikkola af naar Ivoorkust, waar alleen punten voor het rijderskampioenschap voor het grijpen lagen. Mikkola eindigde uiteindelijk tweede en deed zich daarmee een belangrijke dienst, maar groter nieuws was de debuutoverwinning voor de Toyota Celica TCT, die eerder dat jaar in Finland al haar eerste opwachting maakte in het kampioenschap. Waldegård bleef naast Mikkola ook teamgenoot Per Eklund voor, die als derde zou eindigen. Toyota legde met dit resultaat de basis op hun toekomstige successen in de Afrikaanse langeafstandswedstrijden. Het kampioenschap kende vervolgens een anti-climax in de strijd om de rijderstitel, aangezien Lancia, met de constructeurstitel al op zak, niet kwamen opdagen voor de slotronde in Groot-Brittannië. Mikkola was hierdoor al zeker van zijn eerste wereldtitel voordat hij de rally startte, en dus ging het enkel om het individueel succes. Blomqvist, die dat jaar de Britse rallytitel op zijn naam schreef, werd voor gelegenheid ingeschreven door de Engelse Audi-importeur. Hij greep naar een historische overwinning toe voor het privé-team, en bleef Mikkola op een tweede plaats voor. De top drie werd gecompleteerd door Opel-rijder Jimmy McRae in de Manta 400, een auto die gedurende het seizoen niet de competitie kon bieden aan Audi en Lancia dan voorheen door het team gehoopt.

Kalender[bewerken | brontekst bewerken]

Ronde Datum Rally Basis Ondergrond
1 22-29 januari Rally van Monte Carlo Vlag van Monaco Monte Carlo Asfalt
2 11-13 februari Rally van Zweden Vlag van Zweden Karlstad Sneeuw en ijs
3 2-5 maart Rally van Portugal Vlag van Portugal Estoril Asfalt en gravel
4 30 maart-4 april Safari Rally Vlag van Kenia Nairobi Gravel
5 5-7 mei Rally van Corsica Vlag van Frankrijk Ajaccio Asfalt
6 30 mei-2 juni Rally van Griekenland Vlag van Griekenland Athene Gravel
7 25-28 juni Rally van Nieuw-Zeeland Vlag van Nieuw-Zeeland Auckland Gravel
8 2-6 augustus Rally van Argentinië Vlag van Argentinië Buenos Aires Gravel
9 26-28 augustus Rally van Finland Vlag van Finland Jyväskylä Gravel
10 2-8 oktober Rally van San Remo Vlag van Italië San Remo Asfalt en gravel
11 25-30 oktober Rally van Ivoorkust Vlag van Ivoorkust Abidjan Gravel
12 19-23 november Rally van Groot-Brittannië Vlag van Verenigd Koninkrijk Bath Gravel

Teams en rijders[bewerken | brontekst bewerken]

  • Volgorde is gebaseerd op de eindstand van het kampioenschap uit het voorgaande seizoen.
Fabrieksinschrijvingen
Inschrijving Constructeur Auto Band Rijder Navigator Rondes
Vlag van Duitsland Audi Sport Audi Audi quattro A1
Audi quattro A2
M Vlag van Finland Hannu Mikkola Vlag van Zweden Arne Hertz 1-12
Vlag van Frankrijk Michèle Mouton Vlag van Italië Fabrizia Pons 1-10, 12
Vlag van Zweden Stig Blomqvist Vlag van Zweden Björn Cederberg 1-3, 6-10, 12
Vlag van Kenia Shekhar Mehta Vlag van Kenia Yvonne Mehta 8
Vlag van Argentinië Luis Di Palma Vlag van Argentinië Nestor Straimel 8
Vlag van Frankrijk Bernard Darniche Vlag van Frankrijk Alain Mahé 10
Vlag van Finland Lasse Lampi Vlag van Duitsland Otto Harsch 11
Vlag van Duitsland Rothmans Opel Rally Team Opel Opel Ascona 400
Opel Manta 400
Vlag van Finland Ari Vatanen Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Harryman 1-2, 4, 6, 9-10, 12
Vlag van Finland Henri Toivonen Vlag van Verenigd Koninkrijk Fred Gallagher 1, 6, 9-10, 12
Vlag van Frankrijk Guy Fréquelin Vlag van Frankrijk Jean-François Fauchille 1, 5
Vlag van Finland Rauno Aaltonen Vlag van Kenia Lofty Drews 4
Vlag van Verenigd Koninkrijk Jimmy McRae Vlag van Verenigd Koninkrijk Ian Grindrod 6, 12
Vlag van Japan Team Nissan Europe Nissan Nissan 240RS D Vlag van Finland Timo Salonen Vlag van Finland Seppo Harjanne 1, 3-4, 6-7, 9, 12
Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Kaby Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob Arthur 3
Vlag van Kenia Shekhar Mehta Vlag van Kenia Rob Combes 4
Vlag van Kenia Yvonne Mehta 6-7
Vlag van Kenia Mike Kirkland Vlag van Kenia Anton Levitan 4
Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Pond Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob Arthur 5
Vlag van Nieuw-Zeeland Reg Cook Vlag van Nieuw-Zeeland Wayne Jones 7
Vlag van Japan Toyota Team Europe Toyota Toyota Celica TCT P Vlag van Zweden Björn Waldegård Vlag van Zweden Hans Thorszelius 9, 11-12
Vlag van Finland Juha Kankkunen Vlag van Finland Staffan Pettersson 9
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Whittock 11
Vlag van Finland Juha Piironen 12
Vlag van Zweden Per Eklund Vlag van Zweden Ragnar Spjuth 11
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Whittock 12
Vlag van Frankrijk Renault Elf Renault Renault 5 Turbo M Vlag van Frankrijk Jean Ragnotti Vlag van Frankrijk Jean-Marc Andrié 1, 5-6
Vlag van Italië Martini Racing Lancia Lancia Rally 037 P Vlag van Duitsland Walter Röhrl Vlag van Duitsland Christian Geistdörfer 1, 3, 5-7, 10
Vlag van Finland Markku Alén Vlag van Finland Ilkka Kivimäki 1, 3, 5-6, 8-10
Vlag van Frankrijk Jean-Claude Andruet Vlag van Frankrijk 'Biche' 1, 5
Vlag van Italië Adartico Vudafieri Vlag van Italië Maurizio Perissinot 3, 8
Vlag van Italië Attilio Bettega 5-7, 10
Vlag van Argentinië Francisco Mayorga Vlag van Argentinië Martin Christie 8
Vlag van Finland Pentti Airikkala Vlag van Finland Juha Piironen 9
Vlag van Frankrijk Citroën Competitions Citroën Citroën Visa Chrono M Vlag van Frankrijk Maurice Chomat Vlag van Frankrijk Didier Breton 3, 6, 12
Vlag van Frankrijk Christian Dorche Vlag van Frankrijk Jacques Hénuset 3
Vlag van Frankrijk Pierre Thimonier 6
Vlag van Frankrijk Philippe Wambergue Vlag van Frankrijk Vincent Laverne 6
Vlag van Frankrijk Jean De Alexandris 12
Vlag van Frankrijk Christian Rio Vlag van Frankrijk Bernard Martin-Dondoz 6
Vlag van Frankrijk Jean-Bernard Vieu 12
Vlag van Frankrijk Alain Coppier Vlag van Frankrijk Josépha Laloz 6
Vlag van Duitsland Volkswagen Motorsport Volkswagen Volkswagen Golf GTI P Vlag van Zweden Kalle Grundel Vlag van Duitsland Reinhard Michel 12

Agenda en resultaten[bewerken | brontekst bewerken]

Kleur Ondergrond
Grijs Asfalt
Bruin Gravel
Roze Asfalt en gravel
Blauw Sneeuw en ijs
Ronde Rally Podium Statistieken
Pos. Rijder Auto Tijd Proeven Afstand Gestart Gefinisht
1 Vlag van Monaco 51ème Rallye Automobile de Monte-Carlo
(22-29 januari 1983)
1. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Lancia Rally 037 7:58.57 31 776,80 km 250 149
2. Vlag van Finland Markku Alén Lancia Rally 037 8:05.09
3. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi quattro A1 8:10.15
2 Vlag van Zweden 33rd International Swedish Rally (R)
(11-13 februari 1983)
1. Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi quattro A1 4:28.47 25 476,10 km 137 67
2. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi 80 quattro 4:29.34
3. Vlag van Finland Lasse Lampi Audi quattro A1 4:31.51
3 Vlag van Portugal 17º Rallye de Portugal Vinho do Porto
(2-5 maart 1983)
1. Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi quattro A1 7:17.24 43 674,50 km 86 31
2. Vlag van Frankrijk Michèle Mouton Audi quattro A1 7:18.19
3. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Lancia Rally 037 7:19.14
4 Vlag van Kenia 31st Marlboro Safari Rally
(30 maart-4 april 1983)
1. Vlag van Finland Ari Vatanen Opel Ascona 400 6:36 87 5035,00 km 78 22
2. Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi quattro A1 6:42
3. Vlag van Frankrijk Michèle Mouton Audi quattro A1 7:41
5 Vlag van Frankrijk 27ème Tour de Corse - Rallye de France
(5-7 mei 1983)
1. Vlag van Finland Markku Alén Lancia Rally 037 12:43.38 32 1066,10 km 178 57
2. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Lancia Rally 037 12:45.27
3. Vlag van Italië Adartico Vudafieri Lancia Rally 037 12:50.08
6 Vlag van Griekenland 30th Acropolis Rally
(30 mei-2 juni 1983)
1. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Lancia Rally 037 11:12.22 46 843,30 km 120 36
2. Vlag van Finland Markku Alén Lancia Rally 037 11:18.42
3. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi quattro A2 11:26.18
7 Vlag van Nieuw-Zeeland 14th Sanyo Rally of New Zealand
(25-28 juni 1983)
1. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Lancia Rally 037 12:10.13 33 1071,09 km 59 33
2. Vlag van Finland Timo Salonen Nissan 240RS 12:16.11
3. Vlag van Italië Attilio Bettega Lancia Rally 037 12:41.42
8 Vlag van Argentinië 3º Marlboro Rally Argentina
(2-6 augustus 1983)
1. Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi quattro A2 10:18.54 18 1254,34 km 94 39
2. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi quattro A2 10:21.28
3. Vlag van Frankrijk Michèle Mouton Audi quattro A2 10:25.35
9 Vlag van Finland 33rd 1000 Lakes Rally
(26-28 augustus 1983)
1. Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi quattro A2 4:23.44 50 472,43 km 174 71
2. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi quattro A2 4:24.05
3. Vlag van Finland Markku Alén Lancia Rally 037 4:24.33
10 Vlag van Italië 25º Rallye Sanremo
(2-8 oktober 1983)
1. Vlag van Finland Markku Alén Lancia Rally 037 8:50.17 58 775,89 km 97 36
2. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Lancia Rally 037 8:52.26
3. Vlag van Italië Attilio Bettega Lancia Rally 037 8:55.27
11 Vlag van Ivoorkust 15ème Rallye Côte d'Ivoire (R)
(25-30 oktober 1983)
1. Vlag van Zweden Björn Waldegård Toyota Celica TCT 5:18 54 4498,00 km 50 8
2. Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi quattro A2 5:29
3. Vlag van Zweden Per Eklund Toyota Celica TCT 6:58
12 Vlag van Verenigd Koninkrijk 39th Lombard RAC Rally
(19-23 november 1983)
1. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi quattro A2 8:50.28 59 835,33 km 127 61
2. Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi quattro A2 9:00.21
3. Vlag van Verenigd Koninkrijk Jimmy McRae Opel Manta 400 9:12.19
  • R = Alleen rijderskampioenschap.

Kampioenschap standen[bewerken | brontekst bewerken]

Rijders[bewerken | brontekst bewerken]

  • Punten worden uitgereikt aan de top 10 geklasseerden.
Pos. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Punten 20 15 12 10 8 6 4 3 2 1
Pos. Rijder MON
Vlag van Monaco
ZWE
Vlag van Zweden
POR
Vlag van Portugal
KEN
Vlag van Kenia
FRA
Vlag van Frankrijk
GRI
Vlag van Griekenland
NZL
Vlag van Nieuw-Zeeland
ARG
Vlag van Argentinië
FIN
Vlag van Finland
ITA
Vlag van Italië
IVK
Vlag van Ivoorkust
GBR
Vlag van Verenigd Koninkrijk
 Ptn. 
1 Vlag van Finland Hannu Mikkola 4 1 1 2 NF NF NF 1 1 NF 2 2 125
2 Vlag van Duitsland Walter Röhrl 1 3 2 1 1 2 102
3 Vlag van Finland Markku Alén 2 4 1 2 5 3 1 100
4 Vlag van Zweden Stig Blomqvist 3 2 NF 3 NF 2 2 NF 1 89
5 Vlag van Frankrijk Michèle Mouton NF 4 2 3 NF NF NF 3 16 7 NF 53
6 Vlag van Finland Ari Vatanen 5 6 1 4 NF NF NF 44
7 Vlag van Italië Attilio Bettega 4 5 3 3 42
8 Vlag van Finland Lasse Lampi 3 7 NF 4 26
9 Vlag van Kenia Shekhar Mehta NF 6 4 4 26
10 Vlag van Zweden Per Eklund NF 4 3 NF 22
11 Vlag van Zweden Björn Waldegård 12 NF 1 NF 20
12 Vlag van Italië Adartico Vudafieri 5 3 NF NF 20
13 Vlag van Finland Timo Salonen 14 NF NF NF 2 8 NF 18
14 Vlag van Finland Henri Toivonen 6 NF NF 4 NF 16
15 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jimmy McRae 8 3 15
16 Vlag van Zweden Kalle Grundel 5 8 11
17 Vlag van Kenia Jayant Shah 4 10
Vlag van Frankrijk Alain Ambrosino 4 10
19 Vlag van Finland Juha Kankkunen 6 NF 7 10
20 Vlag van Frankrijk Bruno Saby 13 5 9
21 Vlag van Finland Pentti Airikkala 5 8
Vlag van Italië Miki Biasion 5 8
Vlag van Verenigd Koninkrijk Russell Brookes 5 8
Vlag van Ivoorkust Eugène Salim 6 8
25 Vlag van Oostenrijk Franz Wittmann 7 7 8
26 Vlag van Nieuw-Zeeland Reg Cook 7 8
27 Vlag van Kenia Johnny Hellier 8 8
28 Vlag van Spanje Antonio Zanini 6 6
Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Pond 6 6
Vlag van Italië Dario Cerrato 6 6
Vlag van Verenigde Staten John Buffum 6 6
32 Vlag van Duitsland Wolfgang Stiller 12 6
33 Vlag van Nieuw-Zeeland Possum Bourne 14 6
34 Vlag van Frankrijk Jean Ragnotti 7 NF NF 4
Vlag van Zweden Sören Nilsson 7 4
Vlag van Argentinië Ernesto Soto 7 4
37 Vlag van Frankrijk Jean-Sébastien Couloumiès 8 4
38 Vlag van Kenia Manoj Shah 19 4
39 Vlag van Nieuw-Zeeland Michael Bish 21 4
40 Vlag van Frankrijk Jean-Claude Andruet 8 NF 3
Vlag van Zweden Mikael Ericsson 8 NF 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Kaby 8 NF 3
Vlag van Argentinië Jorge Recalde 8 3
Vlag van Italië 'Lucky' 8 3
45 Vlag van Finland Mikael Sundström 11 9 3
46 Vlag van Frankrijk Alain Coppier NF 9 NF NF NF 3
47 Vlag van Kenia Paul de Voest 21 3
48 Vlag van Nieuw-Zeeland Peter Watt 23 3
49 Vlag van Frankrijk Francis Serpaggi 9 NF 2
Vlag van Zweden Lars-Erik Walfridsson 9 2
Vlag van Frankrijk Philippe Wambergue 9 NF 2
Vlag van Argentinië Carlos Celis 9 2
Vlag van Finland Erkki Pitkänen 9 2
Vlag van Frankrijk Bernard Darniche 9 2
55 Vlag van Frankrijk Jean-Michel Guyot 10 2
56 Vlag van Frankrijk Christian Dorche 34 13 NF 2
57 Vlag van Nieuw-Zeeland Mike Cameron 27 2
58 Vlag van Frankrijk Maurice Chomat 25 NF 10 14 1
59 Vlag van Zweden Ola Strömberg 10 NF 1
Vlag van Argentinië Gerardo Campo 10 1
Vlag van Italië Gabriele Noberasco 10 1
62 Vlag van Zweden Mats Holmbom 15 11 1
63 Vlag van Frankrijk Jean-Louis Ravanel 11 1
64 Vlag van België Marc Duez 16 NF 1
  • Noot: De beste zeven resultaten werden gerekend voor het kampioenschap.

Constructeurs[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Constructeur MON
Vlag van Monaco
POR
Vlag van Portugal
KEN
Vlag van Kenia
FRA
Vlag van Frankrijk
GRI
Vlag van Griekenland
NZL
Vlag van Nieuw-Zeeland
ARG
Vlag van Argentinië
FIN
Vlag van Finland
ITA
Vlag van Italië
GBR
Vlag van Verenigd Koninkrijk
 Ptn. 
1 Vlag van Italië Lancia 18 14 18 18 18 (10) 14 18 118
2 Vlag van Duitsland Audi 14 18 16 14 18 18 (6) 18 116
3 Vlag van Duitsland Opel 10 18 12 12 9 12 14 87
4 Vlag van Japan Nissan 4 12 8 8 16 4 52
5 Vlag van Frankrijk Renault 6 10 11 27
6 Vlag van Japan Toyota 10 8 6 24
7 Vlag van Japan Subaru 13 13
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk British Leyland Cars 11 11
Vlag van Duitsland Volkswagen 11 11
10 Vlag van Frankrijk Peugeot 10 10
Vlag van Verenigd Koninkrijk Vauxhall 10 10
12 Vlag van Japan Mazda 9 9
Vlag van Italië Alfa Romeo 9 9
Vlag van Frankrijk Citroën 2 5 2 9
15 Vlag van Frankrijk Talbot 8 8
16 Vlag van Japan Mitsubishi 7 7
Kleur Resultaat
Goud Winnaar
Zilver 2e plaats
Brons 3e plaats
Groen Gefinisht, in punten
Blauw Gefinisht, geen punten
Niet geklasseerd (NC: Not classified)
Paars Niet gefinisht (DNF: Did not finish)
Zwart Gediskwalificeerd (DSQ: Disqualified)
Wit Uitgesloten (EX: Excluded)
Trok zich terug (WD: Withdrew)
Niet gestart (DNS: Did not start)
Blank Geannuleerd (C: Cancelled)
Uitgesteld (PP: Postponed)
  • Noot: De beste zeven resultaten werden gerekend voor het kampioenschap.

Statistieken[bewerken | brontekst bewerken]

Rijders[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Rijder Gestart Gefinisht Winst Podia KP winst Punten Pos. in WK
1 Vlag van Finland Hannu Mikkola 12 8 4 7 83 125 1
2 Vlag van Duitsland Walter Röhrl 6 6 3 6 85 102 2
3 Vlag van Finland Markku Alén 7 7 2 5 35 100 3
4 Vlag van Zweden Stig Blomqvist 9 6 1 6 111 89 4
5 Vlag van Frankrijk Michèle Mouton 11 6 0 3 40 53 5
6 Vlag van Finland Ari Vatanen 7 4 1 1 8 44 6
7 Vlag van Italië Attilio Bettega 4 4 0 2 7 42 7
8 Vlag van Finland Lasse Lampi 4 3 0 1 4 26 8
9 Vlag van Kenia Shekhar Mehta 4 3 0 0 4 26 9
10 Vlag van Zweden Per Eklund 4 2 0 1 2 22 10
11 Vlag van Zweden Björn Waldegård 3 2 1 1 0 20 11
12 Vlag van Italië Adartico Vudafieri 4 2 0 1 1 20 12
13 Vlag van Finland Timo Salonen 7 3 0 1 1 18 13
14 Vlag van Finland Henri Toivonen 5 2 0 0 15 16 14
15 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jimmy McRae 2 2 0 1 1 15 15
16 Vlag van Zweden Kalle Grundel 2 2 0 0 0 11 16
17 Vlag van Finland Juha Kankkunen 3 2 0 0 0 10 19
18 Vlag van Finland Pentti Airikkala 1 1 0 0 0 8 21
19 Vlag van Nieuw-Zeeland Reg Cook 1 1 0 0 0 8 21
20 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Pond 1 1 0 0 0 6 28
21 Vlag van Frankrijk Jean Ragnotti 3 1 0 0 0 4 35
22 Vlag van Frankrijk Jean-Claude Andruet 2 1 0 0 12 3 41
23 Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Kaby 2 1 0 0 0 3 41
24 Vlag van Frankrijk Philippe Wambergue 2 1 0 0 0 2 50
25 Vlag van Finland Erkki Pitkänen 1 1 0 0 0 2 50
26 Vlag van Frankrijk Maurice Chomat 4 3 0 0 0 1 59

Constructeurs[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Rijder Gestart Gefinisht Winst Podia KP winst Punten Pos. in WK
1 Vlag van Italië Lancia 22 19 5 14 140 118 1
2 Vlag van Duitsland Audi 36 22 5 17 242 116 2
3 Vlag van Duitsland Opel 17 8 1 2 24 87 3
4 Vlag van Japan Nissan 15 9 0 1 1 52 4
5 Vlag van Frankrijk Renault 3 1 0 0 0 27 5
6 Vlag van Japan Toyota 8 4 1 2 0 24 6
7 Vlag van Duitsland Volkswagen 1 1 0 0 0 11 8
8 Vlag van Frankrijk Citroën 10 6 0 0 0 9 12

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]